Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1998
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Verdrag van 29-11-1996, Trb. 1997, 70.
- Bronpublicatie:
29-11-1996, Trb. 1997, 70 (uitgifte: 18-03-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-09-2002, Trb. 2002, 163 (uitgifte: 05-09-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
De Hoge Verdragsluitende Partijen hebben overeenstemming bereikt over onderstaande bepaling die aan het Verdrag wordt gehecht:
Ongeacht de bepalingen van het Verdrag kunnen Denemarken, Zweden en Finland de nationale bepalingen betreffende het recht dat van toepassing is op kwesties in verband met het goederenvervoer over zee, handhaven en wijzigen zonder de procedure van artikel 23 van het Verdrag van Rome te volgen. Dit betreft de volgende nationale bepalingen:
- —
in Denemarken: artikel 252 en artikel 321, leden 3 en 4 van de Sølov (zeewet);
- —
in Zweden: hoofdstuk 13, artikel 2, leden 1 en 2, en hoofdstuk 14, artikel 1, lid 3, van sjölagen (zeewet);
- —
in Finland: hoofdstuk 13, artikel 2, leden 1 en 2, en hoofdstuk 14, artikel 1, punt 3, van de merilaki/sjölagen (zeewet).
TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder dit Protocol hebben geplaatst.
GEDAAN te Rome, de negentiende juni negentienhonderdtachtig.