Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst
Artikel 23 [Vaststelling nieuwe verwijzingsregel]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1991
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1991, 109).
- Bronpublicatie:
19-06-1980, Trb. 1980, 156 (uitgifte: 01-10-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-07-1991, Trb. 1991, 109 (uitgifte: 27-07-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
1.
Indien een verdragsluitende Staat, nadat het Verdrag voor hem in werking is getreden, een nieuwe verwijzingsregel wenst vast te stellen voor een speciale categorie van overeenkomsten die onder het Verdrag vallen, geeft hij de andere Staten die het Verdrag hebben ondertekend, van zijn voornemen kennis door tussenkomst van de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen.
2.
Binnen zes maanden na de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal kan elke Staat die het Verdrag heeft ondertekend, hem verzoeken te bevorderen dat de Staten die het Verdrag hebben ondertekend, met elkaar in overleg treden ten einde tot een akkoord te komen.
3.
Indien geen enkele Staat die het Verdrag heeft ondertekend binnen deze termijn om overleg heeft verzocht of indien binnen twee jaar na de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid, kan de verdragsluitende Staat zijn recht wijzigen. De door deze Staat getroffen regeling wordt door tussenkomst van de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen ter kennis gebracht van de overige Staten die het Verdrag hebben ondertekend.