Einde inhoudsopgave
Wet basisregistratie personen
Artikel 2.8a [Gegevens over kind]
Geldend
Geldend vanaf 03-02-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2019, 3 (uitgifte: 18-01-2019, kamerstukken: 34882)
- Inwerkingtreding
03-02-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2019, Stb. 2019, 32 (uitgifte: 01-02-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Privacy / Algemeen
Burgerzaken / Basisregistratie personen
1.
Bij een verzoek op grond van artikel 2.56a worden de gegevens over het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, indien het feit zich in Nederland heeft voorgedaan, ontleend aan een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in het overlijdensregister van de Nederlandse burgerlijke stand.
2.
Bij een verzoek op grond van artikel 2.56a worden de gegevens over het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, dat op het moment van de geboorte niet meer in leven is, indien het feit zich buiten Nederland heeft voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder c en bij gebreke ook hiervan aan een verklaring als bedoeld onder d, aangevuld met een geschrift als bedoeld onder d:
- a.
een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in het overlijdensregister van de Nederlandse burgerlijke stand;
- b.
een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit;
- c.
een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;
- d.
een verklaring over het desbetreffende feit die de verzoeker ten overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door de verzoeker is ondertekend, zo mogelijk aangevuld met een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige over het feit.
3.
Indien op de akte of het geschrift, bedoeld in het eerste of tweede lid, de gegevens met betrekking tot de naam van het kind, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, ontbreken, worden deze gegevens ontleend aan de opgave van de ouder die om de opneming van die gegevens in de basisregistratie verzoekt.