Einde inhoudsopgave
Wet op de dierproeven
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 18-12-2014
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 473 (uitgifte: 05-12-2014, kamerstukken: 33692)
- Inwerkingtreding
18-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2014, Stb. 2014, 476 (uitgifte: 05-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
Overtreding van artikel 1c, 1d, 1e, 2, 9, 10, 10a, eerste en tweede lid, 10a4, derde lid, 10a5, eerste lid, 10b, tweede lid, 10c, 10d, 10e, 10f, 10g, 10h, 11, 11a, eerste lid, 13, 13a, tweede en derde lid, 13b, 13c, 13d, 13e, 13f, 14, 14a, 14b, 14c, 15, 15a en 23, of van een voorschrift, krachtens artikel 6, tweede lid, 10a1, tweede lid, 11a, tweede lid, of 16, tweede lid, aan een instellingsvergunning, projectvergunning, erkenning of ontheffing verbonden, is strafbaar.
2.
Handelen in strijd met de artikelen 1c, 1d, 1e, 2, 10, 10a, eerste en tweede lid, 10a4, derde lid, 10a5, eerste lid, 10b, tweede lid, 10c, eerste lid, 10d, 10e, 10f, 10h, 11, 11a, eerste lid, 13, 13a, tweede en derde lid, 13b, 13c en 13d, 13f, eerste, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, is een misdrijf. De overige in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.
3.
De strafbare feiten die ingevolge het tweede lid misdrijven zijn, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vijfde categorie; de strafbare feiten die ingevolge het tweede lid overtreding zijn, worden gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de vierde categorie.