Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 73 [Vervanging president, griffier. Beëdiging waarnemend griffiers]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
17-04-2019, Stb. 2019, 173 (uitgifte: 16-05-2019, kamerstukken: 35073)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-10-2019, Stb. 2019, 385 (uitgifte: 06-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
In geval van ziekte of andere verhindering wordt de president vervangen door een vice-president.
2.
In geval van ziekte of andere verhindering van de griffier wordt hij, bij gebreke van een substituut-griffier, vervangen door een waarnemend griffier.
3.
De waarnemend griffiers worden door Onze Minister aangewezen op aanbeveling van de Hoge Raad. Alvorens voor de eerste keer door de president van de Hoge Raad te worden opgeroepen leggen zij de eed of belofte af. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt het formulier voor de eed of belofte vastgesteld en worden regels gesteld over de beëdiging. Aan een waarnemend griffier wordt volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels door Onze Minister een vergoeding toegekend.
4.
Een waarnemend griffier wordt op eigen verzoek door Onze Minister ontslagen. Onze Minister stelt de president van de Hoge Raad hiervan op de hoogte.
5.
Onze Minister kan een waarnemend griffier ontslaan:
- a.
indien hij gedurende een periode van ten minste drie jaar geen griffierswerkzaamheden heeft verricht;
- b.
op grond van ongeschiktheid anders dan wegens ziekte; of
- c.
wegens het doen of nalaten van iets wat een persoon, werkzaam ten behoeve van de Hoge Raad, behoort na te laten of te doen.