Einde inhoudsopgave
Beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang
Artikel 4c Nader onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
21-08-2017, Stcrt. 2017, 49288 (uitgifte: 01-09-2017, regelingnummer: 2017-0000130251)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-08-2017, Stcrt. 2017, 49288 (uitgifte: 01-09-2017, regelingnummer: 2017-0000130251)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Jeugdbeleid / Kinderopvang
1.
De werkzaamheden van de toezichthouder ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in de artikel 1.62, vijfde lid, van de wet bij het kindercentrum of het gastouderbureau bestaan uit de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3, eerste lid.
2.
Onverminderd het eerste lid kunnen de werkzaamheden van de toezichthouder ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in artikel 1.62, vijfde lid, van de wet bestaan uit het voeren van overleg met degenen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder 1° tot en met 3° en 5°.
3.
De toezichthouder actualiseert het risicoprofiel van het kindercentrum of het gastouderbureau naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.