Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:140 Definities
Geldend
Geldend vanaf 04-11-2022
- Bronpublicatie:
13-10-2022, Stb. 2022, 428 (uitgifte: 03-11-2022, kamerstukken: 36105)
- Inwerkingtreding
04-11-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2022, Stb. 2022, 428 (uitgifte: 03-11-2022, kamerstukken: 36105)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
afwikkelingsinstrument: een instrument als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen;
afwikkelingsmaatregel: een overeenkomstig artikel 22 van de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen genomen besluit om een centrale tegenpartij af te wikkelen, een afwikkelingsinstrument als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van die verordening toe te passen of een of meer afwikkelingsbevoegdheden als bedoeld in de artikelen 48 tot en met 58 van die verordening uit te oefenen;
eigendomsinstrumenten: eigendomsinstrumenten als bedoeld in artikel 2, onderdeel 33, van de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen.