Einde inhoudsopgave
Scheepvaartreglement Eemsmonding
Artikel 14 Beginselen
Geldend
Geldend vanaf 26-06-2002
- Redactionele toelichting
Het opschrift is ingevoegd. Voorheen opschrift bij art. 15.
- Bronpublicatie:
26-04-2002, Stb. 2002, 299 (uitgifte: 25-06-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-06-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2002, Stb. 2002, 299 (uitgifte: 25-06-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De vaarvoorschriften van dit hoofdstuk zijn van toepassing onafhankelijk van het zicht. In afwijking van de Voorschriften 11 en 19 van de Internationale Bepalingen zijn Voorschrift 13, onderdelen a en c, en Voorschrift 14, onderdelen a en c, van de Internationale Bepalingen in het vaarwater ook dan van toepassing wanneer de schepen elkaar op de radar kunnen waarnemen.
2.
Bij het ontmoeten van, voorbijlopen van en voorbijvaren aan schepen en installaties, dient een veilige passeerafstand overeenkomstig Voorschrift 8, onderdeel d, van de Internationale Bepalingen te worden aangehouden.
3.
In het vaarwater dienen de boegankers voor onmiddellijk gebruik gereed te zijn. Dit geldt niet voor schepen met een lengte kleiner dan 20 meter.