Richtlijn 96/59/EG verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 16-09-1996
- Bronpublicatie:
16-09-1996, PbEG 1996, L 243 (uitgifte: 24-09-1996, regelingnummer: 96/59/EG)
- Inwerkingtreding
16-09-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-1996, PbEG 1996, L 243 (uitgifte: 24-09-1996, regelingnummer: 96/59/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
Teneinde te voldoen aan artikel 3, dragen de Lid-Staten er zorg voor dat inventarissen worden opgesteld van apparaten die meer dan 5 dm3 PCB's bevatten en sturen zij uiterlijk drie jaar na aanneming van deze richtlijn een samenvatting van deze inventarissen naar de Commissie. Voor sterkstroomcondensatoren geldt de drempel van 5 dm3 voor het totaal van de afzonderlijke onderdelen van een gecombineerd toestel.
2.
Apparaten waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de vloeistoffen daarin tussen 0,05 en 0,005 gewichtsprocenten PCB's bevatten, mogen worden geïnventariseerd zonder de in lid 3, derde en vierde streepje, vereiste gegevens, en mogen worden voorzien van een etiket waarop staat ‘verontreinigd met PCB's < 0,05 %’.
Reiniging of verwijdering van die apparaten vindt plaats overeenkomstig artikel 9, lid 2.
3.
De inventarissen omvatten de volgende gegevens:
- —
naam en adres van de houder;
- —
plaats en omschrijving van de apparaten;
- —
hoeveelheid PCB's in deze apparaten;
- —
data en soorten behandeling of vervanging die worden uitgevoerd of overwogen;
- —
datum van aangifte.
Indien een Lid-Staat reeds een soortgelijke inventaris heeft opgesteld, behoeft geen nieuwe inventaris te worden opgemaakt. Inventarissen worden regelmatig bijgewerkt.
4.
Teneinde te voldoen aan lid 1, nemen de Lid-Staten de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de houders van dergelijke apparaten de bevoegde instanties in kennis stellen van de hoeveelheden die zij in bezit hebben en van de wijzigingen daarin.
5.
De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat elk apparaat dat overeenkomstig lid 1 moet worden geïnventariseerd, wordt voorzien van een etiket. Een soortgelijk etiket moet ook worden aangebracht op de deuren van lokalen waar dit apparaat zich bevindt.
6.
Bedrijven die PCB's verwijderen, houden een register bij van de hoeveelheid, de oorsprong, de aard en het PCB-gehalte van de aan hen geleverde gebruikte PCB's. Zij delen die gegevens mee aan de bevoegde instanties. Het register kan door de plaatselijke overheid en de bevolking worden ingezien. Zij verstrekken de houder die gebruikte PCB's aflevert, een bewijs van levering waarop de aard en de geleverde hoeveelheid zijn vermeld.
7.
De Lid-Staten dragen er zorg voor dat bevoegde instanties toezien op de ter kennis gebrachte hoeveelheden.