Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 9.20 (aanwijzing vergunningplichtige gevallen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een hoofdspoorweg of bijzondere spoorweg te verrichten, geldt voor de activiteiten, bedoeld in artikel 9.19, voor zover het gaat om het bouwen, aanleggen, plaatsen of in stand houden van:
- a.
elektriciteitskabels met een spanningsniveau van meer dan 1 kV in langsligging; en
- b.
beschermbuizen voor kabels of leidingen die het spoor kruisen en die:
- 1°
een diameter van meer dan 600 mm hebben;
- 2°
op een diepte van minder dan 6 m onder het maaiveld liggen; of
- 3°
anders dan met een horizontaal gestuurde boring worden aangelegd.