Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 51 Reglement van proces- en bewijsvoering
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Het Reglement van proces- en bewijsvoering wordt van kracht nadat het is aangenomen bij tweederde meerderheid van de leden van de Vergadering van Staten die Partij zijn.
2.
Wijzigingen in het Reglement van proces- en bewijsvoering kunnen worden voorgesteld door:
- a.
elke Staat die Partij is;
- b.
een absolute meerderheid van rechters; of
- c.
de Aanklager.
Wijzigingen treden in werking na te zijn aangenomen bij tweederde meerderheid van de leden van de Vergadering van Staten die Partij zijn.
3.
Na aanneming van het Reglement van proces- en bewijsvoering kunnen de rechters in dringende gevallen, wanneer het Reglement niet voorziet in een bepaalde situatie die zich voor het Hof voordoet, bij tweederde meerderheid voorlopige regels opstellen die worden toegepast tot hun aanneming, wijziging of verwerping in de eerstvolgende gewone of buitengewone zitting van de Vergadering van Staten die Partij zijn.
4.
Het Reglement van proces- en bewijsvoering, wijzigingen daarin en elke voorlopige regel dienen in overeenstemming met dit Statuut te zijn. Wijzigingen in het Reglement van proces- en bewijsvoering alsmede voorlopige regels worden niet met terugwerkende kracht toegepast ten nadele van de persoon tegen wie een onderzoek loopt of die wordt vervolgd of is veroordeeld.
5.
Ingeval het Statuut en het Reglement van proces- en bewijsvoering met elkaar in strijd zijn, gaat het Statuut voor.