Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 36 Kwalificaties, voordracht en verkiezing van rechters
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Onverminderd het in het tweede lid bepaalde bestaat het Hof uit 18 rechters.
2
a.
Het Presidium, optredend namens het Hof, is bevoegd voor te stellen het in het eerste lid vermelde aantal rechters te verhogen onder opgave van redenen waarom dit noodzakelijk en passend wordt geacht. De Griffier doet alle Staten die Partij zijn een dergelijk voorstel onverwijld toekomen.
b.
Beraad over een dergelijk voorstel vindt plaats in een overeenkomstig artikel 112 bijeen te roepen bijeenkomst van de Vergadering van Staten die Partij zijn. Het voorstel wordt geacht te zijn aanvaard indien het wordt goedgekeurd in de vergadering bij een tweederde meerderheid van de leden van de Vergadering van Staten die Partij zijn; het wordt van kracht op de door de Vergadering van Staten die Partij zijn vastgestelde datum.
c
- i.
Wanneer een voorstel tot verhoging van het aantal rechters eenmaal is aanvaard ingevolge het onder b bepaalde, vindt verkiezing van de nader toe te voegen rechters plaats in de eerstvolgende bijeenkomst van de Vergadering van Staten die Partij zijn overeenkomstig het derde tot en met het achtste lid, en artikel 37, tweede lid;
- ii.
Wanneer een voorstel tot verhoging van het aantal rechters eenmaal is aanvaard en wordt uitgevoerd ingevolge het onder b en c, onderdeel ii., bepaalde, staat het het Presidium daarna te allen tijde vrij, indien de werklast van het Hof dit rechtvaardigt, een vermindering van het aantal rechters voor te stellen, mits het aantal rechters niet minder wordt dan het in het eerste lid vermelde aantal. Het voorstel wordt behandeld overeenkomstig de procedure vermeld onder a en b. Indien het voorstel wordt aanvaard, wordt het aantal rechters geleidelijk verminderd naar gelang de ambtstermijn van de zittende rechters afloopt, totdat het vereiste aantal is bereikt.
3
a.
De rechters worden gekozen uit personen van hoog zedelijk aanzien, die onpartijdig en integer zijn en de in hun respectieve Staten vereiste kwalificaties hebben voor benoeming tot de hoogste functies bij de rechterlijke macht.
b.
Elke kandidaat voor verkiezing in het Hof:
- i.
bezit gebleken bekwaamheid in het strafrecht en strafprocesrecht en de vereiste relevante ervaring in strafzaken als rechter, aanklager, advocaat, of in een andere, vergelijkbare hoedanigheid; of
- ii.
bezit gebleken bekwaamheid op relevante gebieden van internationaal recht zoals internationaal humanitair recht en mensenrechten en een ruime professionele ervaring op juridisch gebied, relevant voor het werk van de rechters van het Hof;
c.
voor verkiezing in het Hof dient een kandidaat een uitstekende kennis te bezitten van ten minste een van de werktalen van het Hof en deze taal vloeiend te spreken.
4
a.
Alle Staten die Partij zijn bij dit Statuut kunnen kandidaten voorstellen voor verkiezing in het Hof:
- i.
door middel van de procedure voor voordracht van kandidaten voor benoeming tot de hoogste functies bij de rechterlijke macht in de betrokken Staat; of
- ii.
door middel van de procedure die voor voordracht van kandidaten voor het Internationale Hof van Justitie is voorzien in het Statuut van dat Hof.
Voordrachten gaan vergezeld van een opgave waarin zo gedetailleerd als nodig wordt aangegeven op welke wijze de kandidaat voldoet aan de vereisten van het derde lid.
b.
Voor elke verkiezing kan elke Staat die Partij is één kandidaat voordragen, die niet noodzakelijkerwijs onderdaan van die Staat hoeft te zijn, maar wel onderdaan is van een Staat die Partij is.
c.
Waar nodig kan de vergadering van Staten die Partij zijn besluiten tot instelling van een Voordrachtsadviescommissie. Alsdan worden de samenstelling en het mandaat van de commissie vastgesteld door de Vergadering van Staten die Partij zijn.
5.
Ten behoeve van de verkiezing worden twee lijsten met kandidaten opgesteld:
Lijst A, houdende de namen van kandidaten met de kwalificaties bedoeld in het derde lid, onder b, onderdeel i.; en
Lijst B, houdende de namen van kandidaten met de kwalificaties bedoeld in het derde lid, onder b, onderdeel ii.
Een kandidaat die beschikt over voldoende kwalificaties voor beide lijsten heeft de keuze op welke lijst hij wenst te worden opgenomen. Bij de eerste verkiezing voor het Hof worden ten minste negen rechters gekozen van lijst A en ten minste vijf rechters van lijst B. Volgende verkiezingen worden zodanig ingericht dat dezelfde verhouding tussen rechters van de ene en de andere lijst wordt geëerbiedigd.
6
a.
De rechters worden gekozen door middel van een geheime stemming in een bijeenkomst van de Vergadering van Staten die Partij zijn, daartoe bijeengeroepen ingevolge artikel 112. Onverminderd het zevende lid zijn de personen die in het Hof worden gekozen de 18 kandidaten die het grootste aantal stemmen en een tweederde meerderheid krijgen van de aanwezige Staten die Partij zijn en hun stem uitbrengen.
b.
Indien bij de eerste stemming geen voldoende aantal rechters is gekozen, vinden opeenvolgende stemmingen plaats overeenkomstig de procedures bedoeld in het onder a bepaalde totdat de resterende plaatsen zijn vervuld.
7.
Geen twee rechters mogen onderdaan zijn van dezelfde Staat. Een persoon die ten behoeve van het lidmaatschap van het Hof als onderdaan van meer dan een Staat kan worden beschouwd, wordt geacht onderdaan te zijn van de Staat waarin die persoon gewoonlijk zijn burger- en politieke rechten uitoefent.
8
a.
De Staten die Partij zijn dienen bij de keuze van rechters rekening te houden met de behoefte, bij de samenstelling van het Hof, aan:
- i.
vertegenwoordiging van de voornaamste rechtsstelsels van de wereld;
- ii.
een billijke geografische vertegenwoordiging; en
- iii.
een billijke vertegenwoordiging van vrouwelijke en mannelijke rechters.
b.
De Staten die Partij zijn dienen ook rekening te houden met de wenselijkheid rechters op te nemen, die beschikken over juridische deskundigheid ten aanzien van bepaalde onderwerpen, waaronder in ieder geval geweld tegen vrouwen of kinderen.
9
a.
Onverminderd het onder b bepaalde is de ambtstermijn van rechters negen jaar, en onverminderd het onder c en in artikel 37, tweede lid, bepaalde zijn zij niet herkiesbaar.
b.
Bij de eerste verkiezing wordt een derde van de gekozen rechters door loting aangewezen voor een ambtstermijn van drie jaar; een derde van de gekozen rechters wordt door loting aangewezen voor een ambtstermijn van zes jaar, terwijl de ambtstermijn van de overige rechters negen jaar zal zijn.
c.
Een rechter die ingevolge het onder b bepaalde is aangewezen voor een ambtstermijn van drie jaar komt in aanmerking voor herverkiezing voor een volledige ambtstermijn.
10.
Niettegenstaande het negende lid blijft een rechter die overeenkomstig artikel 39 is aangewezen om zitting te hebben in een Kamer van berechting of Kamer van beroep, in functie teneinde het onderzoek in eerste aanleg of in beroep te voltooien, waarvan de behandeling bij die kamer reeds is aangevangen.