Einde inhoudsopgave
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 onderzoeken door Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en intrekking Verordening (EG) nr. 1073/1999 en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999
Artikel 14 Samenwerking met derde landen en internationale organisaties
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2013
- Bronpublicatie:
11-09-2013, PbEU 2013, L 248 (uitgifte: 18-09-2013, regelingnummer: 883/2013)
- Inwerkingtreding
01-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-09-2013, PbEU 2013, L 248 (uitgifte: 18-09-2013, regelingnummer: 883/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Door het Bureau kunnen op passende wijze met de bevoegde autoriteiten in derde landen en met internationale organisaties administratieve regelingen worden overeengekomen. Het Bureau coördineert zijn optreden, indien passend, met de bevoegde diensten van de Commissie en met de Europese Dienst voor extern optreden, in het bijzonder voordat dergelijke regelingen worden overeengekomen. Deze praktische regelingen kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van operationele, strategische of technische informatie, met inbegrip van voortgangsverslagen indien daarom wordt verzocht.
2.
Het Bureau stelt de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten vooraf in kennis van het feit dat door hen verstrekte informatie door het Bureau aan de bevoegde autoriteiten van derde landen of aan internationale organisaties wordt doorgegeven.
Het Bureau houdt een register bij van alle doorgiftes van persoonsgegevens, onder vermelding van de redenen voor de doorgifte, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.