Einde inhoudsopgave
Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen
Artikel 22
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2010
- Bronpublicatie:
25-06-2010, Stcrt. 2010, 10319 (uitgifte: 05-07-2010, regelingnummer: CEND/HDJZ-2010/988)
- Inwerkingtreding
06-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2010, Stcrt. 2010, 10319 (uitgifte: 05-07-2010, regelingnummer: CEND/HDJZ-2010/988)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Het gebruik van een luchthaven voldoet aan de volgende eisen:
- a.
de exploitant wijst een beheerder aan;
- b.
de beheerder wordt door de exploitant belast met het dagelijkse toezicht op de luchthaven en in het bijzonder met het toezicht op de veiligheid en de goede orde op de luchthaven;
- c.
het gebruik van de luchthaven wordt door de exploitant vastgelegd in een register. In dit register worden ten minste de navolgende gegevens vermeld:
- 1°
het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk, type luchtvaartuig tevens inhoudende de inrichting van het luchtvaartuig en de naam van de eigenaar c.q. houder;
- 2°
de naam van de gezagvoerder van het luchtvaartuig;
- 3°
de luchthaven, waarvan het luchtvaartuig het laatst is vertrokken, alsmede het tijdstip van aankomst;
- 4°
de luchthaven van bestemming, alsmede tijdstip van vertrek;
- 5°
de aard van de vlucht, alsmede het aantal inzittenden;
- 6°
de baan- en circuitrichting;
- d.
de gegevens van het register worden ten minste 2 jaar bewaard.
- e.
de exploitant draagt de volgende gegevens over aan de organisatie die verantwoordelijk is voor de uitgifte van luchtvaartpublicaties:
- 1°
het feitelijke adres van de luchthaven;
- 2°
de aangewezen geografische positie van de luchthaven in noordelijke breedte en oostelijke lengte;
- 3°
naam en telefoonnummer van de beheerder van de luchthaven;
- f.
het innemen van brandstof door een luchtvaartuig vindt plaats met uitgeschakelde motor en met stilstaande propeller of rotorbladen;
- g.
de exploitant draagt er zorg voor dat het gebruik is afgestemd op de beschikbare landings- en parkeercapaciteit op de luchthaven.
2.
Het eerste lid, onderdelen f en g, zijn van overeenkomstige toepassing op een terrein voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik, met dien verstande dat in plaats van ‘de exploitant’ wordt gelezen: de houder van de ontheffing, bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart.