Einde inhoudsopgave
Algemeene Oorlogsongevallenregeling
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 09-06-1946. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 08-12-1941
- Redactionele toelichting
Dit besluit is gepubliceerd in het Staatsblad van Nederlandsch-Indie.
- Bronpublicatie:
03-06-1946, Stb. 1946, 48 (uitgifte: 08-06-1946, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-06-1946, terugwerkend tot: 08-12-1941
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-1946, Stb. 1946, 48 (uitgifte: 08-06-1946, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
Internationale sociale zekerheid / Pensioen
Deze ordonnantie verstaat onder:
Oorlogsletsel: het lichamelijk, dan wel geestelijk letsel, ziekte daaronder begrepen, hetwelk aan een persoon is overkomen als gevolg van een actie van den vijand, van eenige handeling of nalatigheid van een onderdeel of lid van de weermacht of van de burgerlijke hulpdiensten in tijd van feitelijken oorlog, dan wel van maatregelen of omstandigheden, welke met de oorlogvoering onverbrekelijk samenhangen
een en ander voor zoover dat letsel is ontstaan binnen het rechtsgebied van Nederlandsch-Indië, dan wel op of boven de open zee, gelegen tusschen 6° N.B. en 11° Z.B. en 95° en 140° O.L., dan wel elders is overkomen aan een persoon, die deel uitmaakt van de weermacht,
mede wordt onder oorlogsletsel verstaan het lichamelijk, dan wel geestelijk letsel, ziekte daaronder begrepen, hetwelk aan een persoon is overkomen gedurende interneering, krijgsgevangenschap, gedwongen tewerkstelling, of gedurende gevangenschap, vooronderzoek dan wel aanhouding, als gevolg van verdenking wegens daden, welke gericht waren tegen de bevelen van het Japansche bezettingsleger en niet vallen onder het gewone strafrecht,
een en ander voorzoover zulks geschiedde door of op last van of te wijten was aan het Japansche bezettingsleger dan wel onder Japansche bevelen staande gewapende corpsen en ongeacht of het oorlogsletsel is ontstaan binnen of buiten het rechtsgebied van Nederlandsch-Indië;
Oorlogsslachtoffers: ieder, aan wien oorlogsletsel is overkomen;
Nabestaanden: de in artikel 19 genoemde personen;
Kostwinner: ieder, die éénen of meer nabestaanden te zijnen laste heeft, welke voor hun levensonderhoud geheel of hoofdzakelijk van hem afhankelijk zijn;
Vijandelijke onderdanen: de personen, die voor de toepassing van de Verordening Rechtsverkeer in Oorlogstijd als vijandelijke onderdanen worden aangemerkt;
De commissie: de terzake bevoegde, op den voet van artikel 6 ingestelde plaatselijke commissie;
Arbeidsinkomen: elke uitkeering, welke iemand als vergoeding voor zijn arbeid van zijn werkgever ontvangt, daaronder begrepen tantièmes, gratificaties, kinder- en duurtetoeslagen en dergelijke, alsmede de fooien of andere ontvangsten van derden, welke verband houden met zijn beroepsarbeid;
voorts, indien de vergoeding voor arbeid geheel of gedeeltelijk daaruit bestaat, de vrije huisvesting en de verstrekkingen in natura, beide volgens de waarde ter plaatse van de verstrekking op haar geldswaarde geschat;
verder het zuiver inkomen, hetwelk iemand uit een door hem uitgeoefend beroep geniet, alsmede de zuivere opbrengst uit een zelf gedreven onderneming, voorzoover deze niet valt aan te merken als rente van het daarin geïnvesteerde kapitaal;
tenslotte het pensioen of de onderstand, welke iemand in verband met een vroeger door hem bekleede dienstbetrekking geniet;
Overheidsdienaren: de burgerlijke ambtenaren in vasten of tijdelijken dienst met inbegrip van het personeel van de Indische Pensioenfondsen, van het personeel van zelfstandige gemeenschappen ingesteld op de voet van de artikelen 119, 121, 123 of 186 der Indische Staatsregeling, van de werkkrachten op maand-, dag- of uurloon, vallende onder de ‘M.D.R. 1939’, alsmede van de maand- en daggelders, zoomede de pensioengerechtigde bijzondere leerkrachten.