Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars
Artikel 5 Activiteiten en voorwaarden: advisering en ondersteuning voor verduurzaming
Geldend
Geldend van 08-02-2024 tot 01-01-2028. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
02-02-2024, Stcrt. 2024, 3215 (uitgifte: 07-02-2024, regelingnummer: 2024-0000002883)
- Inwerkingtreding
08-02-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-02-2024, Stcrt. 2024, 3215 (uitgifte: 07-02-2024, regelingnummer: 2024-0000002883)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De minister kan aan een vereniging ten behoeve van het gebouw of de groep van gebouwen waarin zich ten minste één koopwoning bevindt subsidie verstrekken voor de volgende ondersteunende onderzoeken, enkelvoudig of gecombineerd:
- a.
advies: het opstellen van een advies over de bouwkundige en energetische staat van het gebouw;
- b.
energiescan, zijnde een vereenvoudigd energieadvies voor mogelijke verduurzamingsmaatregelen voor het gebouw;
- c.
energieadvies, mits het energieadvies voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid;
- d.
een Duurzaam Meerjaren Onderhouds Plan als bedoeld in NEN 2767, mits het plan voldoet aan de eisen, bedoeld in het vierde lid;
- e.
asbestinventarisatie als bedoeld in Persoonscertificaat DIA SCA-code of een Bedrijfscertificaat SCA-code, SC-540 voor asbestinventarisaties;
- f.
gevelonderzoek als bedoeld in, NEN-EN 1996-1-1 en NEN-EN 845-1;
- g.
betonschade-onderzoek dat voldoet aan de CUR 79 klasse II en de herstelofferte conform BRL 2818;
- h.
ventilatie-onderzoek als bedoeld in BRL 8010 richtlijnen ISSO;
- i.
flora- en faunaonderzoek door een ecoloog die werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties die zich aantoonbaar actief inzetten op het gebied van de soorten monitoring of bescherming;
- j.
brandveiligheidsonderzoek door een brandpreventiedeskundige 1, als bedoeld in NEN 6060 & NEN 6079;
- k.
gelijkwaardigheidsonderzoek: mits het gelijkwaardigheidsonderzoek voldoet aan de eisen, bedoeld in het tweede lid;
- l.
installatie-advies;
- m.
financieel haalbaarheidsonderzoek voor minimaal twee verduurzamingsmaatregelen dat in ieder geval bevat:
- 1°
investeringen;
- 2°
terugverdientijd; en
- 3°
effecten op de woonlasten;
- n.
procesbegeleiding, mits de procesbegeleiding niet wordt uitgevoerd door een lid of een bestuurder van de vereniging. Procesbegeleiding is voor maximaal 60 uur subsidiabel.
2.
Het energieadvies is een niet ouder dan twee jaar na indiening van de aanvraag door een EP-adviseur opgesteld rapport dat in ieder geval het volgende bevat: een nauwkeurige omschrijving van de bestaande situatie op basis van een ter plekke door een EP-adviseur uitgevoerde technische en bouwkundige beoordeling van de schil en de installaties van het gebouw of van de groep van gebouwen, alsmede een beschrijving van de mogelijke energiebesparingsmaatregelen en de duurzame warmte- en elektriciteitsopties, met de keuzemogelijkheden en de voor- en nadelen, een inschatting van de investering en van de te realiseren energiebesparing per mogelijk te verrichten maatregel of optie. Een energieadvies maakt de terugverdientijd van de voorgenomen investeringen inzichtelijk, leidt tot een onderbouwde geadviseerde prioritering en geeft uitleg over de mogelijkheden voor het realiseren van een zeer energiezuinig pakket of een Nul-op-de-Meter-gebouw, met een beeld van de typen maatregelen die nodig zouden zijn om dit niveau in het betrokken gebouw of groep van gebouwen te bereiken.
3.
De ondersteunende onderzoeken, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen a, b, e, f, g, h, i, j, k, l, m of n, worden uitgevoerd na 1 januari 2024 en de rapportage van deze onderzoeken wordt niet later dan twee jaar na indiening van de aanvraag voor de subsidie voor ondersteunende onderzoeken aangeleverd.
4.
Het DMJOP is niet ouder dan twee jaar na indiening van de aanvraag, heeft een doorlooptijd van dertig jaar en bevat behalve de onderhouds-, herstel- en vernieuwingswerkzaamheden die gedurende de looptijd van het plan nodig worden geacht, ook de uitvoering van ten minste twee maatregelen binnen tien jaar, genoemd in het eerste lid. Een DMJOP bevat tevens een kostenberekening van de geplande werkzaamheden en een gelijkmatige toerekening van de kosten aan de onderscheiden jaren.
5.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a en b, en het derde lid zijn: verduurzamingsmaatregelen en de maatregelen uit het zeer energiezuinig pakket met uitzondering van bouwbegeleiding, als bedoeld in de artikelen 7 en 9.
6.
Subsidie op grond van het eerste lid wordt slechts eenmaal per gebouw of groep van gebouwen verstrekt.
7.
Op grond van het eerste lid wordt geen subsidie verstrekt, indien voor in dat lid bedoelde activiteiten reeds door een bestuursorgaan van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties of een ander bestuursorgaan, niet zijnde bestuursorganen van een gemeente, provincie, waterschap of openbare lichamen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, subsidie is verstrekt voor hetzelfde gebouw of dezelfde groep van gebouwen.