Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 213 Toepassing van groepstoezicht
Geldend
Geldend vanaf 09-12-2011
- Bronpublicatie:
16-11-2011, PbEU 2011, L 326 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: 2011/89/EU)
- Inwerkingtreding
09-12-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2011, PbEU 2011, L 326 (uitgifte: 08-12-2011, regelingnummer: 2011/89/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten stellen overeenkomstig deze titel toezicht op groepsniveau in op verzekerings- en herverzekeringsondernemingen die deel uitmaken van een groep.
De bepalingen van deze richtlijn, waarin de voorschriften voor het toezicht op individuele verzekerings- en herverzekeringsondernemingen zijn vastgelegd, blijven op deze ondernemingen van toepassing, behalve wanneer in deze titel anders is bepaald.
2.
De lidstaten zien erop toe dat het toezicht op groepsniveau wordt uitgeoefend:
- a)
overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 258 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen die een deelnemende onderneming in ten minste één verzekeringsonderneming, herverzekeringsonderneming, verzekeringsonderneming van een derde land of herverzekeringsonderneming van een derde land zijn;
- b)
overeenkomstig de artikelen 218 tot en met 258 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen waarvan de moederonderneming een verzekeringsholding of gemengde financiële holding met hoofdkantoor in de Unie is;
- c)
overeenkomstig de artikelen 260 tot en met 263 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen waarvan de moederonderneming een verzekeringsholding of een gemengde financiële holding is met hoofdkantoor in een derde land, of een verzekerings- of herverzekeringsonderneming in een derde land;
- d)
overeenkomstig artikel 265 op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen waarvan de moederonderneming een gemengde verzekeringsholding is.
3.
In de in lid 2, onder a) of b), bedoelde gevallen, waarin de deelnemende verzekerings- of herverzekeringsonderneming of de verzekeringsholding of gemengde financiële holding met hoofdkantoor in de Unie hetzij een verbonden onderneming van een gereglementeerde entiteit of zelf een gereglementeerde entiteit is, of een gemengde financiële holding die overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG aan aanvullend toezicht is onderworpen, kan de groepstoezichthouder, na overleg met de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten, besluiten het in artikel 244 van deze richtlijn bedoelde toezicht op de risicoconcentratie, het in artikel 245 van deze richtlijn bedoelde toezicht op intragroeptransacties, of beide, niet uit te oefenen op het niveau van deze deelnemende verzekerings- of herverzekeringsonderneming of deze verzekeringsholding of gemengde financiële holding.
4.
Indien een gemengde financiële holding onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van zowel deze richtlijn als van Richtlijn 2002/87/EG, met name in termen van risicogebaseerd toezicht, kan de groepstoezichthouder, na overleg met de overige betrokken toezichthoudende autoriteiten, besluiten om op deze gemengde financiële holding alleen de relevante bepalingen van Richtlijn 2002/87/EG toe te passen.
5.
Indien een gemengde financiële holding onderworpen is aan gelijkwaardige bepalingen van zowel deze richtlijn als van Richtlijn 2006/48/EG, met name in termen van risicogebaseerd toezicht, kan de met de uitoefening van het aanvullende toezicht belaste bevoegde autoriteit, in onderlinge overeenstemming met de consoliderende toezichthouder van de sector banken en de sector beleggingsdiensten, besluiten om alleen de bepalingen toe te passen van de richtlijn die betrekking heeft op de belangrijkste sector als omschreven in overeenstemming met artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG.
6.
De groepstoezichthouder brengt de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1) (EBA) en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) (EIOPA) op de hoogte van de krachtens de leden 4 en 5 ter genomen besluiten. De EBA, EIOPA en de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010(3) (ESMA), stellen via het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (Gemengd Comité) richtsnoeren op om de toezichtpraktijken te laten convergeren en stellen binnen drie jaar na de goedkeuring van deze richtsnoeren een voorstel op voor technische reguleringsnormen, die zij binnen drie jaar na de vaststelling van de richtsnoeren aan de Commissie voorleggen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot en met 14 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.