Einde inhoudsopgave
Participatiewet
Artikel 10g Tolkvoorzieningen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
22-11-2023, Stb. 2023, 443 (uitgifte: 06-12-2023, kamerstukken: 36245)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2023, Stb. 2023, 444 (uitgifte: 06-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
1.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft tot taak personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, met een auditieve beperking te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling door middel van het bekostigen van tolkvoorzieningen.
2.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van personen als bedoeld in het eerste lid of het college een tolkvoorziening toekennen en voor die personen bekostigen.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden over:
- a.
de omvang en de inhoud van de aanspraak, bedoeld in het tweede lid;
- b.
de voorwaarden waaronder de tolkvoorzieningen worden verleend;
- c.
de kwaliteitseisen van tolken.
4.
In afwijking van de artikelen 17, 18, 18a en paragraaf 6.4 zijn ten aanzien van de uitvoering van dit artikel door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de bijbehorende verplichtingen van de persoon, bedoeld in het tweede lid, de artikelen 2:7, 2:9, 2:31, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:63, 2:64, 2:65, 2:69 en 6:3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van overeenkomstige toepassing.
5.
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toekenning, bedoeld in het tweede lid weigeren, indien:
- a.
het na een eerdere herziening, intrekking of weigering van een toekenning op grond van het vierde lid heeft vastgesteld dat:
- 1°
de persoon, bedoeld in het tweede lid, onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid,
- 2°
de persoon niet voldoet aan de aan de tolkvoorziening verbonden voorwaarden, of
- 3°
de persoon de tolkvoorzieningen niet of voor een ander doel gebruikt;
- b.
de persoon, bedoeld in het tweede lid, aanspraak kan maken op tolkvoorzieningen die zijn getroffen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet overige OCW-subsidies, of in verband met werkzaamheden als werknemer in de zin van de Wet sociale werkvoorziening, en de aanvraag ondersteuning op grond van die wetten betreft.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de vergoeding van de tolk.