Einde inhoudsopgave
Zaaizaad- en plantgoedwet 2005
Artikel 79 [Benoeming (deskundige) leden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende de zinsnede 'het gerechtshof te 's-Gravenhage' komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Agrarisch recht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De deskundige leden, bedoeld in de artikelen 55a, tweede lid, en 70, tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, worden bij koninklijk besluit benoemd. Zij worden genoemd lid, onderscheidenlijk plaatsvervangend lid, in de rechtbank Den Haag dan wel raad, onderscheidenlijk plaatsvervangend raad, in het gerechtshof Den Haag, al naar gelang het geval.
2.
De leden en de plaatsvervangende leden, onderscheidenlijk de raden en de plaatsvervangende raden, worden voor de tijd van vijf jaren benoemd. Zij zijn bij aftreden terstond opnieuw benoembaar. Op eigen verzoek kunnen zij bij koninklijk besluit worden ontslagen.
3.
Aan de leden en de plaatsvervangende leden, onderscheidenlijk de raden en de plaatsvervangende raden, wordt bij koninklijk besluit ontslag verleend met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin zij de leeftijd van zeventig jaar hebben bereikt.
4.
Artikel 66, vijfde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de leden en de plaatsvervangende leden onderscheidenlijk de raden en de plaatsvervangende raden.