Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1333/2008 inzake levensmiddelenadditieven
Artikel 23 Etikettering van levensmiddelenadditieven die bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker
Geldend
Geldend vanaf 20-01-2009
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2010, L 105).
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1333/2008)
- Inwerkingtreding
20-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2008, L 354 (uitgifte: 31-12-2008, regelingnummer: 1333/2008)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Onverminderd Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 89/396/EEG van de Raad van 14 juni 1989 betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort (1) te identificeren en Verordening (EG) nr. 1829/2003, mogen voor verkoop aan de eindverbruiker bestemde levensmiddelenadditieven die afzonderlijk of gemengd met elkaar en/of met andere voedselingrediënten slechts in de handel worden gebracht indien de verpakking de volgende informatie bevat:
- a)
de in deze verordening vastgestelde naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief of een verkoopbenaming die de naam en het E-nummer van elk levensmiddelenadditief bevat;
- b)
de vermelding ‘voor gebruik in levensmiddelen’ of ‘voor levensmiddelen, beperkt gebruik’ of een meer specifieke aanduiding inzake het beoogde gebruik ervan in levensmiddelen.
2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1, letter a), moet de verkoopbenaming van tafelzoetstoffen de vermelding ‘tafelzoetstof op basis van …’ bevatten, gevolgd door de naam of de namen van de zoetstoffen die voor de samenstelling ervan zijn gebruikt.
3.
Op de etikettering van tafelzoetstoffen die polyolen en/of aspartaam en/of aspartaam-acesulfaamzout bevatten, worden de volgende waarschuwingen vermeld:
- a)
polyolen: ‘overmatig gebruik kan een laxerend effect hebben’;
- b)
aspartaam/aspartaam-acesulfaamzout: ‘Bevat een bron van fenylalanine’.
4.
De fabrikanten van tafelzoetstoffen moeten via passende middelen de nodige informatie beschikbaar stellen zodat de consument deze op veilige wijze kan gebruiken. Er kunnen richtsnoeren voor de uitvoering van dit lid worden aangenomen overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 28, lid 3.
5.
Op de in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel bedoelde informatie is artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2000/13/EG van overeenkomstige toepassing.
Voetnoten
PB L 186 van 30.6.1989, blz. 21.