Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:27 [Vergunningplicht levens- of schadeverzekeraar]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2015, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 09-07-2015, kamerstukken: 34100)
13-12-2012, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 21-12-2012, kamerstukken: 33273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning het bedrijf uit te oefenen van levensverzekeraar of schadeverzekeraar.
2.
Het bedrijf van levensverzekeraar en het bedrijf van schadeverzekeraar worden onderscheiden in de branches die zijn genoemd in de bij deze wet behorende Bijlage branches.
3.
Het eerste lid is wat betreft het verbod op uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar niet van toepassing op financiële ondernemingen die uitsluitend het bedrijf van natura-uitvaartverzekeraar uitoefenen met een vergunning als bedoeld in artikel 2:48, eerste lid.
4.
Een verleende vergunning als bedoeld in het eerste lid kan op aanvraag van de betreffende levensverzekeraar of schadeverzekeraar, indien hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, vierde lid, van de richtlijn solvabiliteit II, door de Nederlandsche Bank worden omgezet in een vergunning als bedoeld in artikel 2:48, eerste lid.
5.
Op aanvraag kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid worden verleend, ondanks dat artikel 4, eerste lid, van de richtlijn solvabiliteit II op de aanvrager van toepassing is.