Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Artikel 62 Vergunningen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Redactionele toelichting
De wijzigingen van de tweede en derde alinea worden toegepast vanaf 01-01-2021.
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2117)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2117)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Stokken van wijndruivenrassen die volgens artikel 81, lid 2, zijn ingedeeld, mogen alleen geplant of opnieuw geplant worden indien onder de voorwaarden van dit hoofdstuk een vergunning is afgegeven overeenkomstig de artikelen 64, 66 en 68.
2.
De lidstaten verlenen de in lid 1 bedoelde vergunning voor een in hectaren uitgedrukte specifieke oppervlakte wanneer producenten bij hen een aanvraag indienen die voldoet aan de criteria voor een objectieve en niet-discriminerende verlening. Die vergunning wordt zonder kosten voor de producent verleend.
3.
De in lid 1 bedoelde vergunningen zijn drie jaar geldig. Ingeval een producent een hem verleende vergunning gedurende de geldigheidsduur niet gebruikt, worden hem overeenkomstig artikel 89, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 administratieve sancties opgelegd.
In afwijking van de eerste alinea kunnen de lidstaten besluiten dat, wanneer herbeplanting plaatsvindt op hetzelfde perceel of dezelfde percelen als die waarop het rooien plaatsvond, de in artikel 66, lid 1, bedoelde vergunningen zes jaar geldig zijn vanaf de datum waarop zij zijn verleend. In die vergunningen wordt duidelijk aangegeven op welk perceel of welke percelen de rooiing en de herbeplanting zullen plaatsvinden.
In afwijking van de eerste alinea wordt de geldigheid van de overeenkomstig artikel 64 en artikel 66, lid 1, verleende vergunningen die in 2020 en 2021 verstrijken, verlengd tot en met 31 december 2022.
In afwijking van de eerste alinea van dit lid worden producenten met overeenkomstig artikel 64 en artikel 66, lid 1, van deze verordening verleende vergunningen die in 2020 en 2021 verstrijken, niet onderworpen aan de in artikel 89, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde administratieve sanctie mits zij de bevoegde autoriteiten uiterlijk op 28 februari 2022 meedelen dat zij niet voornemens zijn gebruik te maken van hun vergunning en evenmin van de verlengde geldigheidsduur als bedoeld in de derde alinea van dit lid. Indien producenten die houder zijn van een vergunning waarvan de geldigheidsduur is verlengd tot en met 31 december 2021 uiterlijk op 28 februari 2021 aan de bevoegde autoriteit hebben verklaard dat zij niet voornemens zijn gebruik te maken van die vergunningen, mogen zij hun verklaringen uiterlijk op 28 februari 2022 door middel van een schriftelijke mededeling aan de bevoegde autoriteit intrekken en mogen zij van hun vergunningen binnen de in de derde alinea bepaalde verlengde geldigheidsduur gebruikmaken.
4.
Dit hoofdstuk is niet van toepassing op het beplanten of herbeplanten van oppervlakten voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van de genetische hulpbronnen of voor de teelt van moederplanten voor netstokken, noch op oppervlakten waarvan de opbrengst aan wijn of wijnproducten uitsluitend bestemd is voor consumptie door de wijnbouwer en zijn gezin of oppervlakten die voor het eerst zullen worden beplant, als resultaat van verplichte aankopen in het openbaar belang overeenkomstig de nationale wetgeving.
5.
Lidstaten kunnen dit hoofdstuk toepassen op oppervlakten waarop wijn wordt geproduceerd die geschikt is voor de productie van wijn-eau-de-vie met een geografische aanduiding als geregistreerd in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1). Voor de toepassing van dit hoofdstuk kunnen die oppervlakten worden behandeld als oppervlakten waar wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding kunnen worden geproduceerd.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 110/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende de definitie, de aanduiding, de presentatie, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad (PB L 39 van 13.2.2008, blz. 16).