Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Belastingwet BES
Artikel 6.7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
02-12-2022, Stcrt. 2022, 33377 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000289823)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2022, Stcrt. 2022, 33377 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000289823)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Voor de toepassing van de in artikel 6.11 van de wet vervatte vrijstellingen is de ondernemer gehouden een boekhouding te voeren waarin de voor die toepassing benodigde gegevens op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld.
2.
De vrijstelling van belasting, bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel a, van de wet, is slechts van toepassing voor goederen ingedeeld in de hoofdstukken 4, 7 tot en met 11, 15, 17 en 19 van het geharmoniseerde systeem, genoemd in artikel 3.1, tweede lid, onderdeel a, van de Douane- en Accijnswet BES.
3.
De vrijstelling van belasting voor de diensten door artsen en andere medische beroepsbeoefenaren, bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel c, van de wet, is alleen van toepassing als die medische beroepsbeoefenaren voor de uitoefening van hun beroep als zodanig bevoegd en gediplomeerd zijn.
4.
Voor de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel f, van de wet, wordt onder niet-commercieel onderwijs verstaan: van overheidswege bekostigd en georganiseerd onderwijs en door niet-winstbeogende ondernemers verstrekt algemeen vormend onderwijs, beroepsopleidingen, alsmede aan personen jonger dan 21 jaar verstrekt onderwijs in muziek, dans, drama en beeldende vorming.
5.
Onder onderwijs als bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel f, van de wet wordt mede begrepen bijlessen, tentamen- of examentrainingen, en het afnemen van examens in het kader van het onderwijs, bedoeld in het vijfde lid, alsmede met dat onderwijs nauw samenhangende leveringen en diensten.
6.
Als producten als bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel i, van de wet worden aangewezen producten die zijn opgenomen in bijlage III.
7.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel p, van de wet, wordt alleen toegepast na een schriftelijk verzoek van de in dat onderdeel genoemde personen aan de inspecteur, die aan de inwilliging van dat verzoek voorwaarden en beperkingen kan stellen die overeenkomen met de bepalingen van Hoofdstuk 9 van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.
8.
De vrijstelling, bedoeld in artikel 6.11, eerste lid, onderdeel y, van de wet, wordt alleen toegepast op schriftelijk verzoek aan de inspecteur door de ondernemer die de vrijstelling op een prestatie of op een deel van die prestatie wil toepassen en die bij zijn verzoek schriftelijke bescheiden overlegt waaruit blijkt dat het een prestatie of een deel daarvan betreft voor projecten die voor rekening komen van de in genoemd artikel van de wet bedoelde donoren. De inspecteur beslist op het verzoek om toepassing van de vrijstelling bij voor bezwaar vatbare beslissing.