Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn
Artikel 39 Regeling intern douanevervoer
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2016
- Bronpublicatie:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Inwerkingtreding
04-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
Wanneer de bepalingen van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van toepassing zijn en de Uniegoederen worden vervoerd via een of meer landen die partij zijn bij die overeenkomst, worden de goederen voor het gehele traject vanaf het station van vertrek in het douanegebied van de Unie tot het station van bestemming in het douanegebied van de Unie, op de door elke lidstaat bepaalde wijze, onder de regeling intern Uniedouanevervoer geplaatst zonder dat de CIM-vrachtbrief hoeft te worden voorgelegd aan en de goederen hoeven te worden aangebracht bij het douanekantoor van vertrek, en zonder dat de in artikel 33, lid 4, bedoelde etiketten hoeven te worden aangebracht of afgedrukt.
Bij het douanekantoor van bestemming hoeven geen formaliteiten te worden vervuld.
2.
Wanneer Uniegoederen per spoor worden vervoerd van een plaats in een lidstaat naar een plaats in een andere lidstaat, over het grondgebied van een of meer derde landen die geen partij zijn bij de overeenkomst gemeenschappelijk douanevervoer, is de regeling intern Uniedouanevervoer van toepassing. De bepalingen van artikel 1 zijn in dat geval van overeenkomstige toepassing.
3.
In het in lid 2 van dit artikel bedoelde geval wordt de papieren regeling Uniedouanevervoer per spoor op het grondgebied van een derde land opgeschort.