Einde inhoudsopgave
Omgevingsbesluit - Nota van toelichting
3.4.2 Maatschappelijke ontwikkelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-07-2018, Stb. 2018, 290 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Betrekken van derde partijen bij besluitvorming
Voordat de Omgevingswet van kracht werd, vonden al vele verschillende vormen van participatie plaats. Zowel het Rijk, waterschappen, provincies als gemeenten betrekken hun burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden al op verschillende manieren bij de besluitvorming. Ook bij initiatieven van private partijen is vaak al sprake van een participatieproces.
In de praktijk blijkt dat tegenwoordig niet alleen de overheid het initiatief neemt tot (grootschalige) ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. De verwachting is dat in de komende jaren steeds meer sprake zal zijn van private initiatieven, zoals burgerinitiatieven, of van publiek-private initiatieven in de fysieke leefomgeving. Bij deze initiatieven is de omgeving al in sterke mate betrokken.
Voorbeelden van vormen van participatie zijn raadspanels, ontwerpateliers, stadsgesprekken, discussiefora en enquêtes. Een paar jaar geleden speelden internetconsultaties nog geen rol. Nu is dit een steeds gangbaardere vorm. Er komen steeds nieuwe vormen bij die participatie aantrekkelijker en makkelijker maken. Om het bestuursorgaan de vrijheid te geven zelf het participatieproces in te richten en om ook in de toekomst flexibel te zijn, zijn in de wet geen regels over de vorm van het participatieproces opgenomen.
Effect van vroegtijdige participatie
De opkomst van een energieke samenleving1., ook ingegeven door digitalisering en een terugtredende overheid, maakt dat partijen elkaar snel weten te vinden, kennis delen en zich groeperen rond actuele onderwerpen. Dit kan de tegenkracht vergroten bij besluiten waar groeperingen het niet mee eens zijn. Dergelijke groeperingen maken bij het organiseren van deze tegenkracht gebruik van onder andere digitale media om zowel de publieke opinie, de media als de politiek te beïnvloeden. Vroegtijdige participatie waarbij alle relevante partijen adequaat zijn betrokken, zorgt voor besluitvorming waarbij de kans op een dergelijke tegenkracht aanzienlijk kleiner is. Dit besef dringt bij meer en meer bestuursorganen door, waardoor vroegtijdige participatie steeds vaker en professioneler wordt ingevuld. De wet versterkt deze trend.
Uit de praktijk en het advies van de Commissie versnelling besluitvorming infrastructurele projecten2. blijkt dat het betrekken van verschillende partijen in een vroegtijdig stadium bij de besluitvorming leidt tot goede besluiten en een groter draagvlak. Partijen worden niet overvallen, maar voelen zich betrokken bij nieuwe ontwikkelingen. Participatie is nodig om informatie, kennis, belangen en standpunten te delen. Omdat partijen vroegtijdig hun ideeën, alternatieven en verbetervoorstellen kunnen inbrengen, kunnen deze voorstellen nog worden uitgewerkt en beoordeeld. In een later stadium zullen eerder betrokken partijen zich meer gecommitteerd voelen aan de uitkomsten. Investeren aan de voorkant verdient zich dus terug. Dit komt de kwaliteit van de besluitvorming ten goede. Participatie zorgt voor betere besluiten, meer draagvlak en snellere procedures.
Bij participatie is het ook van belang dat afspraken worden gemaakt met de initiatiefnemer(s). Vooraf moet helder zijn hoe de rolverdeling is tussen het bestuursorgaan en de initiatiefnemer. Dit versterkt de duidelijkheid bij burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden tijdens het participatieproces. De regels in dit besluit stimuleren dat vooraf helderheid bestaat over het participatieproces, zodat partijen weten op welk moment ze bij wie moeten zijn.
Participatie aan het begin van het besluitvormingsproces is dus van groot belang bij het besluitvormingsproces. Hoe participatie in de wet en in dit besluit is verankerd is hierna toegelicht.
Voetnoten
Planbureau voor de Leefomgeving, De energieke samenleving: op zoek naar een sturingsfilosofie voor een schone economie, 2011. In dit rapport wordt op blz. 9 gesproken van ‘de energieke samenleving’: een samenleving van mondige burgers en met een ongekende reactiesnelheid, leervermogen en creativiteit.