Rijkswet Noodvoorzieningen Scheepvaart
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1974
- Bronpublicatie:
23-06-1972, Stb. 1972, 416 (uitgifte: 10-08-1972, kamerstukken: 9427 )
- Inwerkingtreding
01-06-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-1974, Stb. 1974, 144 (uitgifte: 01-01-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Onze Minister kan aan reders van schepen onder de vlag van het Koninkrijk aanwijzingen geven met betrekking tot de bestemming van de reis, het aandoen of het vermijden van bepaalde havens en wateren en de te vervoeren goederen of personen; met betrekking tot schepen, welke zich buiten het rechtsgebied van het Koninkrijk bevinden, kunnen de aanwijzingen eveneens aan de kapitein van het schip worden gegeven; de reders en kapiteins der schepen zijn gehouden aan de aanwijzingen gevolg te geven; de aanwijzingen kunnen niet strekken tot beschikbaarstelling van scheepsruimte. In bij of krachtens algemene maatregel van Rijksbestuur aan te wijzen gevallen wordt de reder een vergoeding toegekend voor de schade, voor hem voortvloeiende uit ingevolge dit artikel gegeven aanwijzingen; de vergoeding wordt vastgesteld op de wijze omschreven in artikel 24.