Burgerlijk Wetboek Boek 5
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 5:artikel 97
Burgerlijk Wetboek Boek 5
Artikel 97 [Wijziging en opheffing door rechter]
Geldend
1.
Indien vijf en twintig jaren na de vestiging van de erfpacht zijn verlopen, kan de rechter op vordering van de eigenaar of de erfpachter de erfpacht wijzigen of opheffen op grond van onvoorziene omstandigheden, welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de akte van vestiging niet van de eigenaar of de erfpachter kan worden gevergd.
2.
De rechter kan de vordering onder door hem vast te stellen voorwaarden toewijzen.
3.
Rust op de erfpacht of op de zaak een beperkt recht, dan is de vordering slechts toewijsbaar, indien de beperkt gerechtigde in het geding is geroepen en ook te zijnen aanzien aan de maatstaf van lid 1 is voldaan.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.