Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945
Artikel 33
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2010, Stb. 2010, 182 (uitgifte: 20-05-2010, kamerstukken: 32310)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
De uitkering, vergoeding of tegemoetkoming wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen dertien weken na de toekenning, vastgesteld en betaald.
2.
Indien de door belanghebbende verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor het vaststellen van het bedrag van de uitkering, vergoeding of tegemoetkoming, verzoekt de Sociale verzekeringsbank de belanghebbende deze gegevens en bescheiden alsnog te verstrekken. De periode van dertien weken, bedoeld in het eerste lid, wordt in zodanig geval opgeschort met ingang van de dag waarop de Sociale verzekeringsbank vorenbedoeld verzoek heeft gedaan tot de dag waarop de gegevens en bescheiden zijn verstrekt.