Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945
Artikel 32a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
23-12-1993, Stb. 1993, 690 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23258 Overheid.nl: 23258)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de Raad vier weken voor het verstrijken van de verlengde termijn, bedoeld in artikel 32, derde lid, onvoldoende gegevens aanwezig acht om tot een beoordeling van de aanvraag te komen en dientengevolge niet in staat is een beschikking te geven, stelt hij de aanvrager gedurende die vier weken in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen.
2.
Artikel 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht is op het horen van toepassing.
3.
Indien de aanvrager zijn zienswijze mondeling naar voren brengt, wordt een verslag gemaakt.