Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de sociale zekerheid van rijnvarenden (herzien)
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1987
- Bronpublicatie:
30-11-1979, Trb. 1981, 43 (uitgifte: 02-03-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1987
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-12-1987, Trb. 1987, 191 (uitgifte: 01-01-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Indien het bedrag van de uitkeringen waarop de betrokkene zonder toepassing van de artikelen 32 tot en met 36 krachtens de wetgeving van een Verdragsluitende Partij aanspraak zou kunnen maken, hoger is dan het totale bedrag van de overeenkomstig deze artikelen verschuldigde uitkeringen, is het bevoegde orgaan van deze Partij verplicht hem een aanvulling te verlenen, welke gelijk is aan het verschil tussen die beide bedragen. Deze aanvulling komt geheel voor rekening van dit orgaan.
2.
Ingeval door toepassing van het vorige lid aan de betrokkene aanvullingen zouden moeten worden toegekend door de organen van twee of meer Verdragsluitende Partijen, heeft hij uitsluitend recht op de hoogste aanvulling.
3.
De in de vorige leden van dit artikel bedoelde aanvulling wordt voor eens en altijd vastgesteld, behoudens het geval dat er, met toepassing van het bepaalde in dit hoofdstuk, een herberekening van de uitkeringen moet plaatsvinden. Deze aanvulling wordt voor de toepassing van artikel 38, eerste lid, beschouwd als een onderdeel van de uitkeringen welke zijn verleend door het orgaan dat de uitkering verschuldigd is.