Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1938 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010
Bijlage III Permanente bidirectionele capaciteit
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2017
- Bronpublicatie:
25-10-2017, PbEU 2017, L 280 (uitgifte: 28-10-2017, regelingnummer: 2017/1938)
- Inwerkingtreding
01-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2017, PbEU 2017, L 280 (uitgifte: 28-10-2017, regelingnummer: 2017/1938)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Energierecht / Distributie
1
Voor de toepassing van de bepalingen van deze bijlage kan de nationale regulerende instantie als de bevoegde instantie optreden indien de lidstaat daartoe besluit.
2
Om bidirectionele capaciteit op een interconnectie in te stellen of uit te breiden, of om een vrijstelling van die verplichting te verkrijgen of te verlengen, dienen de transmissiesysteembeheerders aan beide zijden van de interconnectie, na overleg met alle mogelijk betrokken transmissiesysteembeheerders, bij hun bevoegde instanties (‘betrokken bevoegde instanties’) en hun regulerende instanties (‘betrokken regulerende instanties’) het volgende in:
- a)
een voorstel om permanente fysieke capaciteit om gas in beide richtingen te vervoeren, mogelijk te maken voor permanente bidirectionele capaciteit in de tegengestelde richting (‘physical reverse flow-capaciteit’), of
- b)
een verzoek tot vrijstelling van de bidirectionele capaciteitsverplichting.
De transmissiesysteembeheerders streven ernaar een gezamenlijk voorstel of verzoek tot vrijstelling in te dienen. In het geval van een voorstel om bidirectionele capaciteit mogelijk te maken, kunnen de transmissiesysteembeheerders een met redenen omkleed voorstel voor een grensoverschrijdende kostentoewijzing doen. Dit wordt uiterlijk op 1 december 2018 ingediend voor alle interconnecties die bestonden op 1 november 2017, en na de voltooiing van de fase van de haalbaarheidsstudie, maar vóór de aanvang van de fase van het gedetailleerd technisch ontwerp voor nieuwe interconnecties.
3
Na ontvangst van het voorstel of het verzoek tot vrijstelling raadplegen de betrokken bevoegde instanties onverwijld de bevoegde instanties en, indien zij niet de bevoegde instanties zijn, de nationale reguleringsinstanties, van de lidstaat die overeenkomstig de risico-evaluatie baat zou kunnen hebben bij de reverse flow-capaciteit, het Agentschap en de Commissie over het voorstel of het verzoek tot vrijstelling. De geraadpleegde instanties kunnen binnen vier maanden na ontvangst van het raadplegingsverzoek een advies uitbrengen.
4
Binnen zes maanden na ontvangst van het gezamenlijk voorstel en na raadpleging van de betrokken projectpromotoren nemen de betrokken regulerende instanties, overeenkomstig artikel 5, leden 6 en 7, gecoördineerde besluiten over de grensoverschrijdende toewijzing van de investeringskosten die elke transmissiesysteembeheerder van het project voor zijn rekening zal moeten nemen. Indien de betrokken regulerende instanties binnen die termijn geen overeenstemming hebben bereikt, stellen zij de betrokken bevoegde instanties daarvan onverwijld in kennis.
5
De betrokken bevoegde instanties nemen een gecoördineerd besluit op basis van de risico-evaluatie, de in artikel 5, lid 5, van deze verordening bedoelde informatie en de adviezen die overeenkomstig de in punt 3 van deze bijlage bedoelde raadpleging zijn ontvangen, en rekening houdend met de gasleveringszekerheid en de bijdrage aan de interne gasmarkt. Dat gecoördineerde besluit wordt binnen een termijn van twee maanden genomen. De termijn van twee maanden gaat in na de periode van vier maanden waarbinnen de in punt 3 van deze bijlage bedoelde adviezen kunnen worden uitbracht, tenzij alle adviezen eerder zijn ontvangen, of na de in punt 4 van deze bijlage bedoelde termijn van zes maanden waarbinnen de betrokken regulerende instanties een gecoördineerd besluit kunnen vaststellen. Bij het gecoördineerde besluit:
- a)
wordt het voorstel voor bidirectionele capaciteit aanvaard. Een dergelijk besluit bevat een kosten-batenanalyse, een tijdschema voor de uitvoering, en de regelingen voor het latere gebruik daarvan, en gaat vergezeld van het in punt 4 bedoelde gecoördineerde besluit over de grensoverschrijdende kostentoewijzing dat door de betrokken regulerende instanties is opgesteld;
- b)
wordt een tijdelijke vrijstelling voor een maximumtermijn van vier jaar verleend of verlengd indien uit de kosten-batenanalyse in het besluit blijkt dat de reverse flow-capaciteit voor geen enkele van de betrokken lidstaten een verbetering van de gasleveringszekerheid oplevert of indien de investeringskosten aanzienlijk niet in verhouding staan tot de verwachte voordelen voor de gasleveringszekerheid, of
- c)
wordt van de transmissiesysteembeheerders geëist dat zij binnen een maximumtermijn van vier maanden hun voorstel of verzoek tot vrijstelling wijzigen en opnieuw indienen.
6
De betrokken bevoegde instanties dienen het gecoördineerde besluit, met inbegrip van de adviezen die naar aanleiding van de in punt 3 bedoelde raadpleging zijn ontvangen, onverwijld in bij de bevoegde instanties en nationale regulerende instanties die overeenkomstig punt 3 een advies hebben uitgebracht, de betrokken regulerende instanties, het Agentschap en de Commissie.
7
Binnen twee maanden na ontvangst van het gecoördineerde besluit kunnen de bevoegde instanties als bedoeld in punt 6 bezwaren maken tegen het gecoördineerde besluit en deze voorleggen aan de betrokken bevoegde instanties die het besluit hebben vastgesteld, het Agentschap en de Commissie. De bezwaren worden beperkt tot feiten en evaluaties, met name inzake grensoverschrijdende kostentoewijzing waarover geen raadpleging heeft plaatsgevonden overeenkomstig punt 3.
8
Binnen drie maanden na ontvangst van het gecoördineerde besluit overeenkomstig punt 6 brengt het Agentschap een advies uit over de elementen van het gecoördineerde besluit, rekening houdend met elk mogelijk bezwaar, en legt het dit advies voor aan alle betrokken bevoegde instanties en de bevoegde instanties als bedoeld in punt 6 en de Commissie.
9
Binnen vier maanden na ontvangst van het overeenkomstig punt 8 door het Agentschap uitgebrachte advies kan de Commissie bij besluit verzoeken om het gecoördineerde besluit te wijzigen. Elk dergelijk besluit van de Commissie wordt genomen op basis van de in punt 5 genoemde criteria, de motivering van het besluit van de betrokken instanties en het advies van het Agentschap. De betrokken bevoegde instanties voldoen aan het verzoek van de Commissie door hun besluit binnen een termijn van vier weken aan te passen.
Indien de Commissie binnen de voornoemde termijn van vier maanden niet heeft gehandeld, wordt zij geacht geen bezwaren te hebben tegen het besluit van de betrokken bevoegde instanties.
10
Indien de betrokken bevoegde instanties er niet in zijn geslaagd binnen de in punt 5 neergelegde termijn een gecoördineerd besluit vast te stellen, of indien de betrokken regulerende instanties binnen de in punt 4 neergelegde termijn niet tot een akkoord over de kostentoewijzing zijn gekomen, stellen de betrokken bevoegde instanties het Agentschap en de Commissie uiterlijk op de dag van het verstrijken van de termijn hiervan in kennis. Binnen vier maanden na ontvangst van die informatie stelt de Commissie, na eventueel overleg met het Agentschap, een besluit vast dat betrekking heeft op alle in punt 5 genoemde elementen van een gecoördineerd besluit, met uitzondering van een grensoverschrijdende kostentoewijzing, en legt zij dat besluit voor aan de betrokken bevoegde instanties en het Agentschap.
11
Indien in het besluit van de Commissie overeenkomstig punt 10 van deze bijlage bidirectionele capaciteit wordt geëist, stelt het Agentschap binnen drie maanden na ontvangst van het besluit van de Commissie een besluit vast betreffende de grensoverschrijdende kostentoewijzing overeenkomstig artikel 5, lid 7, van deze verordening. Alvorens dit besluit vast te stellen, raadpleegt het Agentschap de betrokken regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders. De termijn van drie maanden kan met een bijkomende termijn van twee maanden worden verlengd indien het Agentschap om aanvullende informatie moet verzoeken. Deze bijkomende termijn gaat in op de dag na ontvangst van de volledige informatie.
12
De Commissie, het Agentschap, de bevoegde instanties, de nationale regulerende instanties en de transmissiesysteembeheerders waarborgen de vertrouwelijkheid van commercieel gevoelige informatie.
13
Krachtens Verordening (EU) nr. 994/2010 verleende vrijstellingen van de bidirectionele capaciteitsverplichting blijven geldig tenzij de Commissie of de andere betrokken lidstaat om een herziening verzoekt of de geldigheidsduur ervan verstrijkt.