Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Nederlandse Antillen]
Artikel 24A [Berekening verschuldigde belasting, aftrek basiskorting, ouderentoeslag en kindertoeslag]
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2009 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
06-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 99 (uitgifte: 06-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 99 (uitgifte: 06-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De verschuldigde belasting exclusief opcenten is de belasting berekend volgens artikel 24, eerste lid, minus de basiskorting en de daarop van toepassing zijnde alleenverdienertoeslag, ouderentoeslag en kindertoeslag
2.
De belastingplichtige geniet een basiskorting ten bedrage van f 1385.
3.
De alleenverdienertoeslag bedraagt f 925.
4.
De in de Nederlandse Antillen wonende belastingplichtige die het gehele kalenderjaar gehuwd is geweest zonder duurzaam gescheiden te leven heeft recht op de alleenverdienertoeslag indien het belastbaar inkomen van zijn echtgenoot in het kalenderjaar gelijk is aan of kleiner is dan nihil.
5.
De belastingplichtige die niet binnen de Nederlandse Antillen woont, komt in een kalenderjaar waarin hij tevens als binnen de Nederlandse Antillen wonende persoon belastingplichtig is, voor zijn periode van buitenlandse belastingplicht in aanmerking voor de basiskorting voor zover deze in de periode van binnenlandse belastingplicht onbenut is gebleven.
6.
De in de Nederlandse Antillen wonende belastingplichtige geniet een ouderentoeslag, indien hij bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, ten bedrage van f 698. Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend wordt dit bedrag op gezamenlijk verzoek van beide echtgenoten verhoogd met het bedrag van de ouderentoeslag van zijn echtgenoot verminderd met diens verschuldigde belasting, tot ten hoogste een bedrag van f 350.
7.
De kindertoeslag, bedoeld in artikel 23A, bedraagt:
- a.
voor categorie I: f 493;
- b.
voor categorie II: f 246;
- c.
voor categorie III: f 63;
- d.
voor categorie IV: f 50.
8.
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend, kan op gezamenlijk verzoek het bedrag aan kindertoeslag van de echtgenoot aan de andere worden toegerekend. De echtgenoot heeft dan geen recht meer op die kindertoeslag. De Minister van Financiën kan nadere regels stellen op grond waarvan bij twee ongehuwde ouders het recht op kindertoeslag kan worden toegerekend aan de andere ouder dan wel in geval van één-ouderschap de toeslag kan worden verdubbeld.