Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Nederlandse Antillen]
Artikel 20 [Samentellingsregels inkomens gehuwde belastingplichtigen, gehuwdenaftrek]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1943
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-12-2001 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
31-12-1942, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1942, 247 (uitgifte: 31-12-1942, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1943
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1942, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1942, 247 (uitgifte: 31-12-1942, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Dit artikel is van toepassing op een belastingplichtige die het gehele kalenderjaar gehuwd is geweest zonder duurzaam gescheiden te hebben geleefd, mits zowel de belastingplichtige als zijn echtgenoot binnen de Nederlandse Antillen woonde. Indien de belastingplichtige en zijn echtgenoot duurzaam gescheiden gaan leven en binnen zes maanden nadien de samenleving hervatten, worden zij voor de toepassing van dit artikel geacht niet duurzaam gescheiden te hebben geleefd.
2.
De bestanddelen van het zuiver inkomen van een belastingplichtige, anders dan het persoonlijk inkomen en de persoonlijke verminderingen, worden aangemerkt als zuiver inkomen van zijn echtgenoot indien:
- a.
zijn persoonlijk inkomen lager is dan dat van zijn echtgenoot;
- b.
de belastingplichtige niet, maar zijn echtgenoot wel persoonlijk inkomen geniet;
- c.
beider persoonlijk inkomen gelijk is of beiden geen persoonlijk inkomen genieten, en belastingplichtige jonger is dan zijn echtgenoot.
3.
Het persoonlijk inkomen bestaat uit het gezamenlijk bedrag van:
- a.
zuivere opbrengst van een voor eigen rekening gedreven onderneming;
- b.
zuivere opbrengst van arbeid;
- c.
zuivere opbrengst van rechten op periodieke uitkeringen:
- 1°
ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering;
- 2°
genoten ter zake van studie;
- 3°
verkregen in verband met invaliditeit, ziekte of ongeval;
- 4°
bedongen in rechtstreeks verband met of bij het staken van een onderneming;
- 5°
verkregen ter zake van echtscheiding of scheiding van tafel en bed.
4.
De persoonlijke verminderingen van het inkomen zijn de premies als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen d, e en g.
5.
Bij scheiding van goederen blijft op verzoek van een dan wel van beide echtgenoten het tweede lid buiten toepassing. In dat geval wordt de belasting berekend als ware het tweede lid wel van toepassing. Vervolgens wordt de door beide echtgenoten tezamen verschuldigde belasting omgeslagen in verhouding van ieders zuiver inkomen.