Einde inhoudsopgave
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
Artikel 32a Beroepsstage
Geldend
Geldend vanaf 26-08-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Inwerkingtreding
26-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien een migrerende beroepsbeoefenaar die in het bezit is van in Nederland behaalde beroepskwalificaties, in een andere betrokken staat een beroepsstage heeft doorlopen en toegang wenst tot een gereglementeerd beroep in Nederland waarvoor een beroepsstage is vereist, beschouwt Onze Minister die het aangaat, indien hij een verzoek om toelating om het gereglementeerde beroep uit te oefenen, in overweging neemt, de in de andere betrokken staat gevolgde beroepsstage als die vereiste beroepsstage, mits de in de andere betrokken staat gevolgde beroepsstage in overeenstemming is met door Onze Minister die het aangaat vast te stellen beleidsregels op grond van het derde lid.
2.
Indien een migrerende beroepsbeoefenaar die in het bezit is van in Nederland behaalde beroepskwalificaties, in een derde land een beroepsstage heeft doorlopen en toegang wenst tot een gereglementeerd beroep waarvoor een beroepsstage is vereist, houdt Onze Minister die het aangaat rekening met de in het derde land gevolgde beroepsstage bij de behandeling van het verzoek tot toegang tot het desbetreffende gereglementeerde beroep.
3.
Onze Minister die het aangaat stelt beleidsregels vast voor de toepassing van het eerste en tweede lid, en voor de organisatie van de beroepsstage, met name betreffende de rol van de supervisor van de beroepsstage. Daarbij kunnen regels worden gesteld om de duur van het deel van de beroepsstage die in een andere betrokken staat of een derde land mag worden gevolgd, tot een redelijke periode te beperken. Artikel 33, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
4.
Het beschouwen als vereiste beroepsstage en het rekening houden met een beroepsstage, bedoeld in het eerste respectievelijk tweede lid, vervangt niet een voor de toelating tot het desbetreffende beroep verplicht af te leggen examen.