Einde inhoudsopgave
Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties
Artikel 33 Nadere regels
Geldend
Geldend vanaf 26-08-2021
- Bronpublicatie:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Inwerkingtreding
26-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-2021, Stb. 2021, 400 (uitgifte: 25-08-2021, kamerstukken: 35726)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Onze Minister die het aangaat geeft bij ministeriële regeling per gereglementeerd beroep nadere regels ten aanzien van de aanvraag tot het verkrijgen van erkenning, de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de documenten die bij de aanvraag moeten worden gevoegd alsmede op de beoordeling van de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid.
2.
Onze Minister die het aangaat geeft bij ministeriële regeling per gereglementeerd beroep nadere regels ten aanzien van de verklaring en de documenten, bedoeld in artikel 23, de controle in verband met volksgezondheid of openbare veiligheid, bedoeld in artikel 27, en het verstrekken van gegevens voor afnemers van de dienst, bedoeld in artikel 29.
3.
Onze Minister die het aangaat kan regels vaststellen voor het ten laste van de aanvrager brengen van kosten die samenhangen met diens aanvraag, zoals het in behandeling nemen van de aanvraag, de afgifte van besluiten en het organiseren van een proeve van bekwaamheid en van een aanpassingsstage. De kosten die ten laste van de aanvrager worden gebracht zijn redelijk, evenredig en in verhouding tot de gemaakte kosten, overschrijden de gemaakte kosten niet, en ontmoedigen het doen van een aanvraag niet.
4.
In geval onder Onze Minister die het aangaat wordt verstaan het orgaan, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder e, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, worden de nadere regels, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, gesteld bij regeling van het orgaan, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onder d, van die wet.