Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 35 [Kennisgevingen aan depositaris]
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Elke Verdragsluitende Staat brengt op het tijdstip van de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging of toetreding, of op een later tijdstip, de aanwijzing van de autoriteiten bedoeld in de artikelen 2, 8, 24 en 25 ter kennis van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Nederland.
2.
Een Verdragsluitende Staat brengt, voor zover nodig, onder dezelfde voorwaarden ter kennis van het Ministerie:
- a)
de aanwijzing van de autoriteiten tot wie de diplomatieke of consulaire ambtenaren zich moeten wenden op grond van artikel 16 en van de autoriteiten die het verlof of de bijstand bedoeld in de artikelen 15, 16 en 18 kunnen verlenen;
- b)
de aanwijzing van de autoriteiten die aan de commissaris de toestemming bedoeld in artikel 17 of de bijstand bedoeld in artikel 18 kunnen verlenen;
- c)
- d)
elke intrekking of wijziging van de bovengenoemde aanwijzingen en verklaringen;
- e)
de intrekking van een voorbehoud.