Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken
Artikel 4 [Taal, vertaling]
Geldend
Geldend vanaf 07-10-1972
- Bronpublicatie:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
07-10-1972
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-03-1970, Trb. 1979, 38 (uitgifte: 06-03-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De rogatoire commissie moet worden gesteld in de taal van de aangezochte autoriteit of vergezeld gaan van een vertaling in die taal.
2.
Evenwel moet elke Verdragsluitende Staat een rogatoire commissie die in het Frans of het Engels is gesteld of vergezeld is van een vertaling in een van deze talen aanvaarden, tenzij die Staat zich daartegen heeft verzet door het maken van het voorbehoud voorzien in artikel 33.
3.
Elke Verdragsluitende Staat die meer dan één officiële taal heeft en wegens redenen van zijn nationale wetgeving niet een rogatoire commissie voor zijn gehele grondgebied kan aanvaarden indien deze slechts in één van die talen is gesteld, moet door middel van een daartoe strekkende verklaring doen weten, in welke taal de rogatoire commissie moet worden gesteld of vertaald met het oog op de uitvoering ervan in de door die Staat aangewezen delen van zijn grondgebied. Indien de verplichting welke uit die verklaring voortvloeit zonder geldige reden niet is nageleefd, komen de kosten van de vertaling in de vereiste taal voor rekening van de Staat waarvan het verzoek is uitgegaan.
4.
Elke Verdragsluitende Staat kan door middel van een daartoe strekkende verklaring doen weten, in welke andere taal of talen dan die bedoeld in de voorgaande leden een rogatoire commissie aan zijn Centrale Autoriteit kan worden gericht.
5.
Elke aan een rogatoire commissie gehechte vertaling moet voor overeenstemmend zijn verklaard door een diplomatieke of consulaire ambtenaar, door een beëdigd vertaler dan wel door enige andere daartoe in een van de beide Staten bevoegd verklaarde persoon.