Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (C)
2.4 Risicoprofielen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, Stcrt. 2024, 19165 (uitgifte: 27-06-2024, regelingnummer: WBV 2024/12)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De staatssecretaris kan op basis van informatie over een land van herkomst risicoprofielen aanwijzen. Dit wordt in het landenbeleid neergelegd. De staatssecretaris kan een groep als risicoprofiel aanwijzen, als sprake is van een meer structurele en minder incidentele wijze waarop een groep in de negatieve aandacht staat van de autoriteiten dan wel derden tegen wie geen (doeltreffende) bescherming door de autoriteiten van het land van herkomst of door internationale organisaties kan worden geboden.
Het aanwijzen als risicoprofiel gebeurt niet op basis van vaste criteria aangezien elk land, elke groep en situatie zijn eigen dynamiek en bijzonderheden kent. In algemene zin kunnen in ieder geval de volgende elementen in onderlinge samenhang worden betrokken:
- •
de daden van vervolging of ernstige schade die worden gepleegd tegen een groep;
- •
de intensiteit en (geografische) schaal van de gepleegde daden;
- •
de frequentie waarmee deze daden worden gepleegd;
- •
de cumulatieve impact van de gepleegde daden;
- •
de actoren van vervolging of ernstige schade;
- •
de mate van bescherming die te verkrijgen valt.
Voor de vreemdeling die behoort tot een groep, waarvoor in algemene zin een risicoprofiel is aangewezen, blijft het individualiseringsvereiste gelden en geldt er geen aangepaste bewijslastverdeling (zie paragraaf C2/2.3 Vc).
Het behoren tot een groep, aangemerkt als risicoprofiel, is op zichzelf dan ook niet voldoende voor vluchtelingschap of subsidiaire bescherming. Als een vreemdeling binnen een risicoprofiel valt, dan beoordeelt de IND de individuele omstandigheden van het geval, afgezet tegen de positie van de groep en algemene (veiligheidssituatie) in het land van herkomst. Aan de hand van de individuele omstandigheden zoals de persoonlijke omstandigheden, de verrichte activiteiten en eventuele eerdere gebeurtenissen, beoordeelt de IND of de vreemdeling een reëel risico op vervolging of ernstige schade loopt of heeft gelopen.