Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 663/2009 en (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 94/22/EG, 98/70/EG, 2009/31/EG, 2009/73/EG, 2010/31/EU, 2012/27/EU en 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2009/119/EG en (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 20 Geïntegreerde rapportering over hernieuwbare energie
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/1999)
- Inwerkingtreding
24-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 328 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018/1999)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Algemeen
In hun geïntegreerde nationale voortgangsverslagen over energie en klimaat nemen de lidstaten informatie op over:
- a)
de tenuitvoerlegging van de volgende trajecten en doelstellingen:
- 1)
het indicatieve nationale traject voor het algemene aandeel hernieuwbare energie in het bruto-eindverbruik van energie van 2021 tot en met 2030;
- 2)
de geraamde trajecten voor het sectorale aandeel hernieuwbare energie in het eindverbruik van energie van 2021 tot en met 2030 in de sectoren elektriciteit, verwarming en koeling, en vervoer;
- 3)
de geraamde trajecten voor elke technologie voor hernieuwbare energie om de algemene en sectorale trajecten voor hernieuwbare energie van 2021 tot en met 2030 te verwezenlijken, met inbegrip van het verwachte totale bruto-eindverbruik van energie per technologie en sector in Mtoe en de geplande totale geïnstalleerde capaciteit per technologie en sector in MW;
- 4)
de trajecten voor de vraag naar bio-energie, uitgesplitst tussen de vraag naar verwarming, elektriciteit en vervoer, en voor de levering van biomassa, per grondstof en herkomst (waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen binnenlandse productie en invoer). Voor bosbiomassa afkomstig van bossen, een beoordeling van de bron en de gevolgen voor de emissieput van de LULUCF;
- 5)
indien van toepassing, andere nationale trajecten en doelstellingen, met inbegrip van sectorale trajecten en doelstellingen op lange termijn (zoals het aandeel van elektriciteit uit biomassa zonder productie van warmte, het aandeel van hernieuwbare energie in stadsverwarming, het gebruik van hernieuwbare energie in gebouwen, hernieuwbare energie geproduceerd door steden, hernieuwbare-energiegemeenschappen en consumenten van zelfgeproduceerde hernieuwbare energie), energie opgewekt uit slib dat bij afvalwaterzuivering wordt gewonnen;
- b)
de uitvoering van de volgende beleidslijnen en maatregelen:
- 1)
uitgevoerde, vastgestelde en geplande beleidslijnen en maatregelen ter verwezenlijking van de nationale bijdrage aan het bindende 2030-streefcijfer voor hernieuwbare energie op het niveau van de Unie, zoals vermeld in artikel 4, onder a), punt 2, van deze verordening, met inbegrip van sector- en technologiespecifieke maatregelen, met een specifieke evaluatie van de uitvoering van maatregelen die zijn vastgesteld in de artikelen 23 tot en met 28 van Richtlijn (EU) 2018/2001;
- 2)
indien beschikbaar, specifieke maatregelen voor regionale samenwerking;
- 3)
onverminderd de artikelen 107 en 108 VWEU, specifieke maatregelen voor financiële steun, met inbegrip van steun van de Unie en het gebruik van financiële middelen van de Unie, voor de bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in elektriciteit, verwarming en koeling en vervoer;
- 4)
indien van toepassing, de beoordeling van de steun voor elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, die de lidstaten moeten uitvoeren uit hoofde van artikel 6, lid 4, van Richtlijn (EU) 2018/2001;
- 5)
specifieke maatregelen om te voldoen aan de vereisten van de artikelen 15 tot en met 18 van Richtlijn (EU) 2018/2001;
- 6)
indien van toepassing, specifieke maatregelen om de behoefte aan capaciteit die altijd moet draaien — die kan leiden tot een vermindering van energie uit hernieuwbare bronnen — te beoordelen, transparant te maken en te verminderen;
- 7)
een samenvatting van de beleidslijnen en maatregelen van het stimulerend kader die de lidstaten uit hoofde van artikel 21, lid 6, en artikel 22, lid 5, van Richtlijn (EU) 2018/2001 moeten invoeren om de ontwikkeling van consumptie van zelfgeproduceerde hernieuwbare energie en hernieuwbare-energiegemeenschappen te bevorderen en te vergemakkelijken;
- 8)
maatregelen ter bevordering van het gebruik van energie uit biomassa, in het bijzonder de exploitatie van nieuwe biomassabronnen, waarbij rekening moet worden gehouden met de beschikbaarheid van biomassa, met inbegrip van duurzame-biomassapotentieel, alsmede maatregelen voor de duurzaamheid van geproduceerde en gebruikte biomassa;
- 9)
bestaande maatregelen om het aandeel hernieuwbare energie te vergroten in de sectoren verwarming en koeling en transport;
- 10)
beleidslijnen en maatregelen die het gebruik van afnameovereenkomsten voor stroom bevorderen;
- c)
zoals uiteengezet in deel 1 van bijlage IX.