Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/25/EU plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en intrekking Richtlijn 2004/17/EG
Artikel 48 Concurrentiegerichte dialoog
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/25/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
1.
Bij concurrentiegerichte dialogen mogen alle ondernemers een verzoek tot deelname indienen naar aanleiding van een oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 44, lid 4, onder b) en c), door de informatie voor kwalitatieve selectie waarom de aanbestedende instantie heeft verzocht, te verstrekken.
De minimumtermijn voor ontvangst van de aanvragen tot deelname bedraagt in het algemeen 30 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de opdracht of, wanneer een periodieke indicatieve aankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, van het verzoek tot bevestiging van belangstelling, en bedraagt in geen geval minder dan 15 dagen.
Alleen de ondernemers die na beoordeling van de verstrekte informatie daartoe door de aanbestedende instantie worden aangezocht, kunnen aan de dialoog deelnemen. Aanbestedende instanties kunnen in overeenstemming met artikel 78, lid 2, het aantal geschikte gegadigden beperken dat tot deelname aan de procedure wordt uitgenodigd. De gunning van de opdracht geschiedt uitsluitend op basis van het criterium van de inschrijving die de beste prijs-kwaliteitsverhouding biedt in overeenstemming met artikel 82, lid 2.
2.
De aanbestedende instanties maken hun behoeften en eisen bekend in de oproep tot mededinging en/of in een beschrijvend document. Tevens worden in deze documenten de gekozen gunningscriteria aangegeven en nader uitgewerkt, en wordt een indicatief tijdschema aangegeven.
3.
De aanbestedende instanties openen met de overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 76 tot en met 81 geselecteerde deelnemers een dialoog met het doel na te gaan en te bepalen welke middelen het meest geschikt zijn om aan hun behoeften te voldoen. Tijdens deze dialoog kunnen zij met de geselecteerde deelnemers alle aspecten van de opdracht bespreken.
Tijdens de dialoog waarborgen de aanbestedende instanties de gelijke behandeling van alle deelnemers. Hiertoe verstrekken zij geen informatie op een discriminerende wijze waardoor bepaalde deelnemers kunnen worden bevoordeeld.
Overeenkomstig artikel 39 mogen de aanbestedende instanties de voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer aan of een inschrijver op de dialoog verstrekte vertrouwelijke inlichtingen niet zonder zijn instemming aan de andere deelnemers bekendmaken. Deze instemming mag niet de vorm van een algemene ontheffing aannemen, maar wordt verleend onder verwijzing naar de beoogde bekendmaking van specifieke informatie.
4.
Concurrentiegerichte dialogen kunnen in opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken oplossingen kan worden beperkt op basis van de gunningscriteria die in de oproep tot mededinging of in het beschrijvende document zijn vermeld. De aanbestedende instantie geeft in de oproep tot mededinging of in het beschrijvende document aan of zij van die mogelijkheid gebruik zal maken.
5.
De aanbestedende instantie zet de dialoog voort tot hij kan aangeven welke oplossing of oplossingen aan zijn behoeften kan of kunnen voldoen.
6.
Nadat de aanbestedende instanties de dialoog voor beëindigd hebben verklaard en zij de overblijvende deelnemers daarvan op de hoogte hebben gesteld, verzoeken zij die deelnemers hun definitieve inschrijvingen in te dienen op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen. Deze inschrijvingen bevatten alle vereiste en noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project.
De aanbestedende instantie kan verzoeken om de inschrijvingen te verduidelijken, te preciseren en nauwkeuriger te omschrijven. Dat verduidelijken, preciseren en nauwkeuriger omschrijven mag echter niet gepaard gaan met wijzigingen van de inhoudelijke aspecten van de inschrijving of van de opdracht, met inbegrip van de in de oproep tot mededinging of het beschrijvend document vermelde behoeften en voorschriften, indien het waarschijnlijk is dat veranderingen van die aspecten, behoeften en voorschriften zullen leiden tot vervalsing van de mededinging of discriminatie.
7.
De aanbestedende instanties beoordelen de ontvangen inschrijvingen op basis van de in de oproep tot mededinging of het beschrijvend document vastgestelde gunningscriteria.
Op verzoek van de aanbestedende instantie kunnen met de inschrijver die is aangewezen als de inschrijver die overeenkomstig artikel 82, lid 2, de beste prijs-kwaliteitsverhouding biedt, onderhandelingen worden gevoerd om de in de inschrijving vervatte verbintenissen of andere bepalingen te bevestigen en de voorwaarden van de opdracht af te ronden, mits die onderhandelingen de inhoudelijke aspecten van de inschrijving of van de overheidsopdracht, met inbegrip van de in de oproep tot mededinging of het beschrijvend document vermelde behoeften en voorschriften, materieel ongewijzigd laat en niet tot vervalsing van de mededinging of discriminatie kan leiden.
8.
De aanbestedende instanties kunnen voorzien in prijzengeld of vergoedingen voor de deelnemers aan de dialoog.