Besluit informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 31-03-2018
- Bronpublicatie:
21-03-2018, Stb. 2018, 92 (uitgifte: 30-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
31-03-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2018, Stb. 2018, 90 (uitgifte: 30-03-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (21-02-2018, Stb. 73).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / ICT
1.
Indien als gevolg van een calamiteit onverwijld graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn om persoonlijk letsel of grote schade te voorkomen zijn de artikelen 2, 8 en 15 van de wet niet van toepassing.
2.
Indien graafwerkzaamheden worden verricht als bedoeld in het eerste lid, draagt de opdrachtgever er zorg voor dat deze graafwerkzaamheden zo veel mogelijk op zorgvuldige wijze kunnen worden verricht, rekening houdend met de urgentie van de werkzaamheden.
3.
De grondroerder verricht de in het eerste lid bedoelde graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze, rekening houdend met de urgentie van de werkzaamheden.
4.
De grondroerder stelt voorafgaand aan de in het eerste lid bedoelde graafwerkzaamheden de Dienst daarvan in kennis, waarna de Dienst onverwijld de contactgegevens van de beheerders van netten die op de graaflocatie zijn gelegen en informatie over de functie van deze netten aan de grondroerder verstrekt. De Dienst draagt in verband hiermee zorg voor permanente bereikbaarheid van de Dienst.
5.
De Dienst kan de uitvoering van het vierde lid opdragen aan een instelling die permanent bereikbaar is.
6.
De grondroerder wint voor zover mogelijk bij de beheerders van netten die zijn gelegen op de graaflocatie, informatie in over de precieze ligging van netten op de graaflocatie. De grondroerder neemt in elk geval contact op met de beheerders van een net met gevaarlijke inhoud dat op de graaflocatie is gelegen.
7.
De beheerder van een net met gevaarlijke inhoud zorgt dat hij met het oog op de uitvoering van het zesde lid permanent telefonisch bereikbaar is voor het verschaffen van informatie en het treffen van voorzorgsmaatregelen voor zover dat nodig en mogelijk is.
8.
De opdrachtgever meldt onder opgaaf van redenen uiterlijk de eerstvolgende werkdag bij Onze Minister indien hij opdracht heeft gegeven tot graafwerkzaamheden als bedoeld in het eerste lid.