Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Protocol 14
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
02-05-1992, Trb. 1992, 132 (uitgifte: 11-09-1992, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1993, Trb. 1993, 203 (uitgifte: 31-12-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
betreffende de handel in kolen- en staalprodukten
Artikel 1
Dit protocol betreft produkten waarop bilaterale Vrijhandelsovereenkomsten (hierna ‘Vrijhandelsovereenkomsten’ genoemd) tussen enerzijds de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en haar Lid-Staten en anderzijds de afzonderlijke EVA-Staten, dan wel, in voorkomend geval, tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de respectieve EVA-Staten van toepassing zijn.
Artikel 2
1
De Vrijhandelsovereenkomsten blijven onverminderd van kracht, tenzij in dit protocol anders is bepaald. In die gevallen waarin de Vrijhandelsovereenkomsten niet van toepassing zijn, gelden de bepalingen van de Overeenkomst. In die gevallen waarin de materiële bepalingen van de Vrijhandelsovereenkomsten van kracht blijven, blijven ook de institutionele bepalingen van deze overeenkomsten van kracht.
2
Kwantitatieve beperkingen van de uitvoer, maatregelen van gelijke werking alsmede douanerechten en heffingen van gelijke werking die op de handel binnen de Europese Economische Ruimte van toepassing zijn, worden afgeschaft.
Artikel 3
De overeenkomstsluitende partijen voeren geen beperkingen of administratieve en technische voorschriften in die in de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen een belemmering van het vrije verkeer van onder dit protocol vallende produkten zouden vormen.
Artikel 4
De voor ondernemingen geldende materiële regels voor de mededinging in verband met onder dit protocol vallende produkten zijn opgenomen in Protocol 25. De secundaire wetgeving is in Protocol 21 en Bijlage XIV vermeld.
Artikel 5
De overeenkomstsluitende partijen houden zich aan de regels voor steun aan de staalindustrie. Met name erkennen zij de relevantie van en aanvaarden zij de communautaire regels voor de steun aan de ijzer- en staalindustrie die zijn vastgesteld bij Beschikking nr. 89/322/EGKS van de Commissie, welke op 31 december 1991 afloopt. De overeenkomstsluitende partijen verklaren voornemens te zijn in de EER-Overeenkomst nieuwe communautaire regels voor steun aan de ijzer- en staalindustrie op te nemen voordat deze Overeenkomst in werking treedt, op voorwaarde dat deze regels grotendeels met genoemde beschikking overeenstemmen.
Artikel 6
1
De overeenkomstsluitende partijen wisselen informatie over hun markten uit. De EVA-Staten stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat de producenten, afnemers en handelaars in de staalsector deze informatie verschaffen.
2
De EVA-Staten stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat de op hun grondgebied gevestigde staalproducerende ondernemingen deelnemen aan de jaarlijkse enquêtes in verband met investeringen als bedoeld in artikel 15 van Beschikking nr. 3302/81/EGKS van de Commissie van 18 november 1981. Onverminderd de voorwaarden inzake zakelijke vertrouwelijkheid wisselen de overeenkomstsluitende partijen informatie uit over belangrijke investeringsprojecten en stilleggingsprojecten.
3
De algemene institutionele bepalingen van de Overeenkomst zijn van toepassing op alle zaken die betrekking hebben op de uitwisseling van informatie tussen de overeenkomstsluitende partijen.
Artikel 7
De overeenkomstsluitende partijen stellen vast dat de regels betreffende de oorsprong welke zijn neegelegd[lees: neergelegd] in Protocol 3 van de Vrijhandelsovereenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en afzonderlijke EVA-Staten, worden vervangen door Protocol 4 van deze Overeenkomst.