Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (‘de Imsoc-verordening’)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 03-11-2019
- Bronpublicatie:
30-09-2019, PbEU 2019, L 261 (uitgifte: 14-10-2019, regelingnummer: 2019/1715)
- Inwerkingtreding
03-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2019, PbEU 2019, L 261 (uitgifte: 14-10-2019, regelingnummer: 2019/1715)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (‘de Imsoc-verordening’)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 13, lid 1,
Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (2), en met name artikel 51,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (3) (‘diergezondheidswetgeving’), en met name artikel 23, lid 1, onder c),
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (4), en met name artikel 104, lid 1, onder a) tot en met c),
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (5) (verordening officiële controles), en met name artikel 58, eerste alinea, onder a), artikel 75, lid 2, eerste alinea, onder a) tot en met c), artikel 90, eerste alinea, onder f), artikel 102, lid 6, eerste alinea, onder a) en b), artikel 103, lid 6, en artikel 134, eerste alinea, onder a) tot en met g),
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Bij Verordening (EU) 2017/625 zijn onder andere regels vastgesteld voor de uitvoering door de lidstaten van officiële controles en andere officiële activiteiten met betrekking tot dieren en goederen die de Unie binnenkomen, teneinde een juiste toepassing van de Uniewetgeving inzake de agro-voedselketen te waarborgen.
- (2)
Bij die verordening wordt de Commissie belast met het, in samenwerking met de lidstaten, oprichten en beheren van een geautomatiseerd informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) voor het beheer, de verwerking en de geautomatiseerde uitwisseling van de gegevens, informatie en documenten betreffende officiële controles. Het Imsoc moet bepaalde door de Commissie beheerde informatiesystemen integreren en voor zover nodig moderniseren, de interoperabiliteit bevorderen, en die systemen met elkaar verbinden en, in sommige gevallen, met bestaande nationale systemen van de lidstaten en informatiesystemen van derde landen en van internationale organisaties (‘andere systemen’).
- (3)
Onder de door de Commissie beheerde, in het Imsoc te integreren informatiesystemen vallen het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders (RASFF) voor melding van directe of indirecte risico's voor de menselijke gezondheid in verband met levensmiddelen, materialen die met levensmiddelen in contact komen of diervoeders, zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 178/2002 en uitgebreid bij Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad (6), het systeem voor kennisgeving van en rapportage over informatie betreffende dierziekten (ADIS), op te richten krachtens Verordening (EU) 2016/429, het systeem voor kennisgeving van en rapportage over de aanwezigheid van plaagorganismen in planten en plantaardige producten (Europhyt), op te richten krachtens Verordening (EU) 2016/2031, de technische instrumenten voor administratieve bijstand en samenwerking (AAC) en het Traces-systeem, zoals vermeld in Verordening (EU) 2017/625.
- (4)
De door de Commissie beheerde informatiesystemen werden op verschillende momenten opgericht, en zijn sindsdien om juridische en operationele gronden gewijzigd. Teneinde die systemen te moderniseren en te integreren als vereist bij Verordening (EU) 2017/625 is het daarom wenselijk om alle bepalingen betreffende de werking van het Imsoc en de systeemcomponenten ervan in één handeling samen te brengen en om voorschriften voor de uitwisseling van gegevens, informatie en documenten met andere systemen vast te stellen op grond van de bij de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EU) 2016/429, (EU) 2016/2031 en (EU) 2017/625 aan de Commissie verleende bevoegdheden, en de bestaande uitvoeringshandelingen in te trekken.
- (5)
Krachtens Verordening (EU) 2017/625 mogen de lidstaten en de Commissie persoonsgegevens uitsluitend via het Imsoc en de componenten ervan verwerken voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten ter verificatie van de naleving van de desbetreffende Unie-regels als bedoeld in artikel 1, lid 2, van die verordening, met inbegrip van de antecedenten van de exploitant ten aanzien van de naleving van die regels.
- (6)
Exploitanten moeten gedurende de gehele duur van hun activiteiten worden onderworpen aan officiële controles en andere officiële activiteiten, en in sommige gevallen als controles van dierenwelzijn of officiële controles van producten met een lange houdbaarheid (bv. levensmiddelen in blik of materialen die met levensmiddelen in contact komen) moeten dezelfde dieren en producten op verschillende tijdstippen worden gecontroleerd. Teneinde een goed inzicht te hebben in de antecedenten van exploitanten is het wenselijk om een maximale opslagperiode van persoonsgegevens van tien jaar vast te stellen, ter waarborging van de traceerbaarheid in geval van uitbraken van door levensmiddelen overgedragen ziekten, uitbraken van dierziekten, controles van dierenwelzijn en uitbraken van plaagorganismen bij planten.
- (7)
Om maatregelen ten uitvoer te leggen die voldoen aan het beginsel van ‘gegevensbescherming door ontwerp’ van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (7) en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (8) moeten de Imsoc-componenten over een beperkt vermogen beschikken om ongestructureerde informatie in te voeren. Dat vermogen mag alleen worden gebruikt wanneer de desbetreffende informatie noodzakelijk is en niet efficiënt op gestructureerde wijze kan worden verstrekt. Bovendien zijn de beginselen inzake de bescherming van persoonsgegevens, ook wanneer er niet expliciet naar wordt verwezen, verankerd in elke bepaling van deze verordening, met name wat betreft de identificatie van de verantwoordelijken voor gegevensverwerking, de opslagperioden van persoonsgegevens, toegang tot persoonsgegevens, overdracht van persoonsgegevens en gegevensbeveiliging.
- (8)
Een meerlagig beheer van het Imsoc door de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de algemene, voor het Imsoc toepasselijke oplossingen op uniforme wijze worden ontwikkeld en dat de systeemcomponenten op coherente wijze worden ontwikkeld en gebruikt, om de administratieve lasten te beperken en te voorkomen dat er verschillende procedures worden ingevoerd waar dat niet strikt noodzakelijk is.
- (9)
Daartoe is het passend om voor elke Imsoc-systeemcomponent een netwerk op te richten, met als leden onder meer de Commissie en, waar passend, EU-agentschappen, en moet de Commissie bestuursstructuren oprichten voor de verzameling van actuele feedback van de lidstaten over geplande veranderingen en nieuwe functies, om de ontwikkeling van het Imsoc en de componenten ervan aan te sturen.
- (10)
Hoewel elke Imsoc-component zijn eigen specifieke kenmerken heeft, moeten in deze verordening algemene beginselen worden vastgelegd waaraan alle componenten moeten voldoen met betrekking tot eigendom van en verantwoordelijkheid voor gegevens, informatie en documenten en uitwisselingen met andere systemen. Ook moeten de rechten en plichten van de Commissie in verband met het Imsoc en de bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens van Verordening (EU) 2016/679, Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad (9) en Verordening (EU) 2018/1725 in deze verordening worden vastgesteld.
- (11)
Aangezien in Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat het Imsoc het RASFF moet integreren, moet de onderhavige verordening uitvoeringsmaatregelen vaststellen voor de efficiënte werking van het RASFF binnen het Imsoc op basis van de voorwaarden en procedures die van toepassing zijn op de verzending van kennisgevingen, zoals momenteel vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie (10), met inbegrip van de definitie van de verschillende typen kennisgeving, geclassificeerd op basis van de risico's.
- (12)
Aangezien de bepalingen inzake administratieve bijstand en samenwerking van titel IV van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (11) en de uitvoeringsmaatregelen in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1918 van de Commissie (12) tot vaststelling van het systeem voor administratieve bijstand en samenwerking (AAC-systeem) nu zijn opgenomen in titel IV van Verordening (EU) 2017/625, moeten in deze verordening voorschriften voor de werking en een standaardmodel voor de uitwisseling van informatie betreffende grensoverschrijdende gevallen van niet-naleving binnen het Imsoc worden vastgesteld, overeenkomstig de bevoegdheid die bij Verordening (EU) 2017/625 aan de Commissie is verleend.
- (13)
Gezien de complexe aard van bepaalde gevallen van niet-naleving waar risico's mogelijk niet onmiddellijk worden geïdentificeerd, en om te zorgen voor vlotte en geschikte coördinatie tussen de verschillende bevoegde autoriteiten door middel van de juiste procedure, moet deze verordening voorschriften omvatten voor een duidelijk onderscheid tussen gevallen van niet-naleving die risico's veroorzaken en andere gevallen van niet-naleving, om de keuze tussen het RASFF en het AAC dienovereenkomstig te stroomlijnen en te vereenvoudigen.
- (14)
Voorts moet deze verordening het type informatie dat via de RASFF- of AAC-procedures wordt uitgewisseld, voor zover mogelijk, harmoniseren, om ervoor te zorgen dat er vlot van procedure kan worden veranderd indien de aanwezigheid of afwezigheid van een risico wordt bewezen.
- (15)
Tijdens de Ministeriële Conferentie van 26 september 2017 (13) kwamen de Commissie en de lidstaten, naar aanleiding van een incident met fipronilbesmetting, concrete maatregelen en gecoördineerde actie overeen om de strijd tegen voedselfraude te intensiveren. Een gecombineerd platform om de kloof tussen het RASFF en het AAC-systeem te dichten werd daarbij genoemd als een mogelijke maatregel om ervoor te zorgen dat informatie zo efficiënt mogelijk wordt uitgewisseld. Daartoe moet in deze verordening een gemeenschappelijk geautomatiseerd instrument (iRASFF) worden opgericht dat moet worden geïntegreerd in het Imsoc en dat het RASFF en het AAC-systeem samenbrengt, voor de bij Verordening (EG) nr. 178/2002 en Verordening (EU) 2017/625 vereiste uitwisseling van informatie.
- (16)
Om de juiste en efficiënte werking van het iRASFF te waarborgen moeten de contactpunten van de lidstaten voor de RASFF- en AAC-netwerken worden vertegenwoordigd in een entiteit genaamd centraal contactpunt. Dat centraal contactpunt moet bestaan uit beheerders van beide netwerken, die al dan niet fysiek aanwezig zijn in dezelfde administratieve eenheid, informatie doorsturen naar de juiste bevoegde autoriteiten in het desbetreffende land en gewoonlijk als eerste contactpunt voor de Commissie optreden.
- (17)
Bovendien moet, gezien de criminele activiteiten die in de hele voedsel- en voederketen voorkomen, en gezien de relevantie daarvan voor de bevoegde autoriteiten en politiediensten of gerechtelijke instanties, het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) deelnemen aan het voedselfraudenetwerk en, waar relevant, informatie verstrekken aan de Europese Eenheid voor justitiële samenwerking (Eurojust).
- (18)
Ook moeten in deze verordening gemeenschappelijke regels worden vastgesteld voor de contactpunten van iRASFF en voor de coördinerende rol van de Commissie bij de verificatie van kennisgevingen en de identificatie van gevallen waarin dezelfde exploitant en hetzelfde gevaar meermaals in verschillende kennisgevingen worden gemeld.
- (19)
Aangezien de openbare autoriteiten bij Verordening (EG) nr. 178/2002 belast zijn met het informeren van het publiek over, onder andere, risico's voor de menselijke gezondheid, en van derde landen over bepaalde kennisgevingen, moeten in deze verordening bovendien voorschriften worden vastgesteld voor het informeren van het publiek en derde landen, waarbij moet worden gestreefd naar een evenwicht tussen de noodzaak van informatie en de noodzaak om exploitanten van bedrijven niet te benadelen.
- (20)
Verordening (EU) 2016/429 bevat voorschriften inzake dierziekten die overdraagbaar zijn op dieren of mensen, waaronder vereisten inzake ziektemelding en -rapportage. De Commissie is bij die verordening belast met het creëren en beheren van een geautomatiseerd informatiesysteem voor de werking van de mechanismen en instrumenten voor die vereisten (ADIS), dat in het Imsoc moet worden geïntegreerd.
- (21)
Aangezien Verordening (EU) 2016/429 van toepassing is vanaf 21 april 2021, moeten in deze verordening uitgestelde regels worden vastgesteld voor de oprichting van het netwerk voor de werking van ADIS.
- (22)
Verordening (EU) 2016/2031 bevat maatregelen om het binnenkomen of verspreiden van plaagorganismen bij planten op het EU-grondgebied te voorkomen, met inbegrip van voorschriften inzake kennisgeving van de aanwezigheid van plaagorganismen en van de getroffen fytosanitaire maatregelen. De Commissie is bij die verordening belast met het opzetten van een elektronisch systeem voor het indienen van kennisgevingen door de lidstaten, dat in verbinding moet staan en compatibel moet zijn met het Imsoc.
- (23)
Daartoe wordt de Commissie bij die verordening de bevoegdheid verleend om specifieke regels vast te stellen voor kennisgevingen, met name met betrekking tot de informatieonderdelen die in de kennisgevingen moeten worden opgenomen, de vorm en de instructies voor het invullen ervan en de termijnen voor het indienen van bijzondere informatieonderdelen.
- (24)
Het webgebaseerde kennisgevingssysteem Europhyt-Onderscheppingen(14) is een door de Commissie en de lidstaten ontwikkeld systeem voor de kennisgeving van onderscheppingen van zendingen planten en plantproducten uit andere lidstaten of derde landen die een onmiddellijk gevaar van binnenbrengen of verspreiden van plaagorganismen opleveren. De procedure en het standaardformulier voor de kennisgeving van onderschepping van dergelijke zendingen uit een derde land zijn vastgelegd in Richtlijn 94/3/EG van de Commissie (15).
- (25)
Een parallel webgebaseerd kennisgevingssysteem, Europhyt-Uitbraken, werd ontwikkeld om de lidstaten te helpen bij het kennisgeven van officiële bevestigingen van de aanwezigheid van plaagorganismen op hun grondgebied, en van de getroffen maatregelen ter uitroeiing van die plaagorganismen of ter voorkoming van de verspreiding ervan, ongeacht of die organismen in de wetgeving van de EU als schadelijk zijn aangemerkt. In Uitvoeringsbesluit 2014/917/EU van de Commissie (16) is bepaald welke informatie in dergelijke kennisgevingen moet worden opgenomen en welke termijnen voor het indienen ervan in acht moeten worden genomen. Ook is daarin bepaald dat de kennisgevende lidstaat de kennisgevingen moet actualiseren zodra hij nieuwe relevante informatie ontvangt of nieuwe relevante maatregelen neemt.
- (26)
Om de lidstaten in staat te stellen kennis te geven van onderscheppingen en uitbraken als vereist bij Verordening (EU) 2016/2031 moeten in deze verordening voorschriften worden vastgesteld inzake de kennisgeving van onderscheppingen en uitbraken volgens procedures die vergelijkbaar zijn met de in het kader van Richtlijn 94/3/EG voor onderscheppingen gebruikte procedures en de in het kader van Uitvoeringsbesluit 2014/917/EU voor uitbraken gebruikte procedures.
- (27)
Omdat de in Europhyt-Onderscheppingen ingediende kennisgevingen vergelijkbaar zijn met de gegevens en informatie betreffende de invoer van en de handel binnen de Unie in dieren en producten van dierlijke oorsprong die in het Traces-systeem worden ingevoerd, moeten de functies van Europhyt-Onderscheppingen voor goederen die bij de grens en binnen de Unie worden onderschept, binnen Traces worden aangeboden, in plaats van binnen Europhyt.
- (28)
In Verordening (EU) 2017/625 is eveneens bepaald dat het Imsoc de opstelling, verwerking en doorgifte van gemeenschappelijke gezondheidsdocumenten van binnenkomst (GGB) en officiële certificaten mogelijk moet maken, en is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om regels vast te stellen voor de vorm van het GGB, instructies voor de indiening en het gebruik ervan, en regels voor de afgifte van elektronische certificaten en voor het gebruik van elektronische handtekeningen.
- (29)
Om een adequaat niveau van veiligheid van elektronische identificatiemiddelen en elektronische certificeringen tot stand te brengen en het certificeringsproces te digitaliseren en te harmoniseren, moet bij de afgifte van elektronische officiële certificaten en GGB's worden voldaan aan de normen voor elektronische handtekeningen, elektronische zegels en elektronische tijdstempels op de verschillende identiteitsbetrouwbaarheidsniveaus ervan als vastgelegd bij Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (17) en Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie (18), vastgesteld krachtens die verordening, en moeten de huidige bepalingen inzake elektronische fytosanitaire certificering in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1553 van de Commissie (19) als basis worden gebruikt.
- (30)
Aangezien bij Verordening (EU) 2016/2031 evenwel is bepaald dat elektronische fytosanitaire certificaten voor het binnenbrengen in de Unie van planten, plantaardige producten en andere materialen alleen mogen worden aanvaard wanneer zij zijn verstrekt via, of elektronisch uitgewisseld zijn door middel van het Imsoc, moeten in deze verordening regels worden vastgesteld voor de afgifte van dergelijke certificaten in overeenstemming met die bepaling.
- (31)
Om de continuïteit met de huidige operationele praktijken te handhaven, moeten de gegevens van het bij Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie (20) vastgestelde gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GDB) voor producten, het bij Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie (21) vastgestelde GDB voor dieren, en het bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie (22) vastgestelde gemeenschappelijke document van binnenkomst worden gebruikt als basis voor het vaststellen in deze verordening van de gegevens van de GGB's voor de respectieve categorieën dieren en goederen.
- (32)
Voor zendingen planten, plantaardige producten en andere materialen die uit derde landen worden binnengebracht en waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is, moet in deze verordening eveneens een model voor een GGB worden opgesteld, met gegevens die relevant zijn voor planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c) tot en met f), van Verordening (EU) 2017/625, en Uitvoeringsverordening (EU) 2019/66 van de Commissie (23). Voorts moeten die gegevens worden afgestemd op de gegevens die moeten worden vermeld in kennisgevingen van Europhyt-Onderscheppingen.
- (33)
Aangezien de GGB's moeten worden gebruikt door exploitanten voor voorafgaande kennisgeving aan de bevoegde autoriteiten van de aankomst van een zending en door die autoriteiten om het resultaat van de officiële controles en de beslissing over de zending te registreren, moeten de GGB's in drie delen worden onderverdeeld: een deel dat moet worden ingevuld door de voor de zending verantwoordelijke persoon; een deel dat moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit die een besluit neemt over de zending en een deel dat moet worden ingevuld door de bevoegde autoriteit die follow-upmaatregelen betreffende de zending neemt. In deze verordening moeten instructies worden opgenomen voor het invullen van elk deel van het GGB, met inbegrip van taalvereisten.
- (34)
Bij Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad (24) zijn de Commissie en de lidstaten belast met het opzetten van veilige, geïntegreerde, interoperabele en toegankelijke elektronische douanesystemen om éénloketdiensten te verlenen voor de ononderbroken stroom van gegevens tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, tussen douaneautoriteiten en de Commissie, en tussen douaneautoriteiten en andere diensten of instanties. Aangezien die doelstellingen vergelijkbaar zijn met de doelstellingen van Verordening (EU) 2017/625, moet deze verordening voorzien in vergelijkbare samenwerkingsregelingen tussen autoriteiten die te maken hebben met dieren en goederen die de Unie binnenkomen en die in Traces actief zijn.
- (35)
Om te zorgen voor een consistente informatieverzameling en te voorkomen dat de gegevensbanken van de Commissie en van de lidstaten worden vervuild, moet bij de uitwisseling van gegevens tussen Traces en de nationale systemen van de lidstaten gebruikt worden gemaakt van door de Commissie in Traces verstrekte referentiegegevens.
- (36)
Daartoe moeten de lidstaten de Commissie voorzien van de informatie die noodzakelijk is voor de werking van Traces, zoals de lijsten van overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 aangewezen grenscontroleposten en controlepunten, de lijsten van voor Traces aangewezen controle-eenheden, de lijsten van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (25) goedgekeurde levensmiddelenbedrijven, en de lijsten van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (26) goedgekeurde of geregistreerde inrichtingen, bedrijven en exploitanten die dierlijke bijproducten of afgeleide producten verwerken.
- (37)
De bepalingen van Richtlijn 94/3/EG, Verordening (EU) nr. 16/2011 en de Uitvoeringsbesluiten 2014/917/EU, (EU) 2015/1918 en (EU) 2018/1553 zijn herzien en worden nu in deze verordening opgenomen. Ter wille van de duidelijkheid en de consistentie moeten die handelingen worden ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) 2017/625.
- (38)
De krachtens Richtlijn 90/425/EEG van de Raad (27) en Beschikking 92/438/EEG van de Raad (28) in verband met het Traces-systeem vastgestelde Beschikkingen 92/486/EEC (29), 2003/24/EC(30), 2003/623/EC(31), 2004/292/EC(32), 2004/675/EC (33) en 2005/123/EC (34) van de Commissie zijn overbodig geworden. Ter wille van de duidelijkheid en de consistentie moeten die beschikkingen eveneens worden ingetrokken met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EU) 2017/625.
- (39)
Deze verordening is besproken met de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming.
- (40)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.
PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.
PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.
PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.
Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1).
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing of de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en intrekking van het Kaderbesluit van de Raad 2008/977/JBZ (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).
Verordening (EU) nr. 16/2011 van de Commissie van 10 januari 2011 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders (PB L 6 van 11.1.2011, blz. 7).
Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1918 van de Commissie van 22 oktober 2015 tot vaststelling van het systeem voor administratieve bijstand en samenwerking (AAC-systeem) krachtens Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 280 van 24.10.2015, blz. 31).
Het systeem was oorspronkelijk opgericht bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen op het grondgebied van de lidstaten van voor planten of voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 26 van 31.1.1977, blz. 20). Die richtlijn werd ingetrokken bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1), die vervolgens werd ingetrokken bij Verordening (EU) 2016/2031, met ingang van 14 december 2019.
Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 37).
Uitvoeringsbesluit 2014/917/EU van de Commissie van 15 december 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Richtlijn 2000/29/EG van de Raad met betrekking tot de kennisgeving van de aanwezigheid van schadelijke organismen en van maatregelen die de lidstaten hebben genomen of voornemens zijn te nemen (PB L 360 van 17.12.2014, blz. 59)
Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1506 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van specificaties betreffende formaten van geavanceerde elektronische handtekeningen en geavanceerde zegels die door openbare instanties moeten worden erkend overeenkomstig respectievelijk artikel 27, lid 5, en artikel 37, lid 5, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 37).
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1553 van de Commissie van 15 oktober 2018 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van elektronische fytosanitaire certificaten die zijn afgegeven door de nationale organisaties ter bescherming van planten van derde landen (PB L 260 van 17.10.2018, blz. 22).
Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PB L 21 van 28.1.2004, blz. 11).
Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 49 van 19.2.2004, blz. 11).
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (PB L 194 van 25.7.2009, blz. 11).
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/66 van de Commissie van 16 januari 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles van planten, plantaardige producten en ander materiaal om de naleving te verifiëren van de voorschriften van de Unie betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten die op die goederen van toepassing zijn (PB L 15 van 17.1.2019, blz. 1).
Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).
Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29).
Beschikking 92/438/EEG van de Raad van 13 juli 1992 betreffende de informatisering van de veterinaire procedures bij invoer (Shiftproject), tot wijziging van de Richtlijnen 90/675/EEG, 91/496/EEG en 91/628/EEG alsmede Beschikking 90/424/EEG, en tot intrekking van Beschikking 88/192/EEG (PB L 243 van 25.8.1992, blz. 27).
Beschikking 92/486/EEG van de Commissie van 25 september 1992 tot vaststelling van de bepalingen inzake de samenwerking tussen het server-station ‘Animo’ en de lidstaten (PB L 291 van 7.10.1992, blz. 20).
Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB 8 van 14.1.2003, blz. 44).
Beschikking 2003/623/EG van de Commissie van 19 augustus 2003 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem, genaamd Traces (PB L 216 van 28.8.2003, blz. 58).
Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63).
Beschikking van de Commissie van 29 september 2004 tot vaststelling van logistieke steun voor het Traces-systeem (PB L 309 van 6.10.2004, blz. 26).
Beschikking 2005/123/EG van de Commissie van 9 februari 2005 tot wijziging van Beschikking 2004/292/EG betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 39 van 11.2.2005, blz. 53).