Einde inhoudsopgave
Advocatenwet
Artikel 52 [Leeftijdsgrens hof van discipline; incompatibiliteiten]
Geldend
Geldend vanaf 05-12-2007. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2006
- Bronpublicatie:
11-10-2007, Stb. 2007, 375 (uitgifte: 23-10-2007, kamerstukken: 29936)
- Inwerkingtreding
05-12-2007, terugwerkend tot: 01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2007, Stb. 2007, 471 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitters en de leden en plaatsvervangende leden treden af met ingang van de eerstvolgende maand nadat zij de leeftijd van zeventig jaren hebben bereikt. Indien op dat tijdstip hun ambtstermijn nog niet is verstreken, kunnen zij, op eigen verzoek, in functie blijven tot het tijdstip dat de ambtstermijn is beëindigd.
2.
Tussen de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitters, de leden, plaatsvervangende leden en de griffier mag geen bloed- of aanverwantschap tot en met de derde graad bestaan. Tussen de leden-advocaten en de plaatsvervangende leden-advocaten mag voorts niet bestaan een maatschap of ander duurzaam samenwerkingsverband tot het uitoefenen van het beroep van advocaat of de verhouding van werkgever tot werknemer.