Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen
Artikel 13 Europees statistisch programma
Geldend
Geldend vanaf 08-06-2015
- Bronpublicatie:
29-04-2015, PbEU 2015, L 123 (uitgifte: 19-05-2015, regelingnummer: 2015/759)
- Inwerkingtreding
08-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2015, PbEU 2015, L 123 (uitgifte: 19-05-2015, regelingnummer: 2015/759)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
1.
Het Europees statistisch programma legt het kader vast voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de voornaamste gebieden en de doelstellingen van de voorgenomen acties, voor een periode die overeenkomt met die van het meerjarig financieel kader. Het wordt door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld. Het effect en de kosteneffectiviteit ervan worden beoordeeld met medewerking van onafhankelijke deskundigen.
2.
In het Europees statistisch programma worden prioriteiten vastgesteld met betrekking tot de behoefte aan informatie voor de verrichting van de activiteiten van de Gemeenschap. Deze behoeften worden afgewogen tegen de middelen die op communautair en nationaal niveau nodig zijn om de vereiste statistieken op te stellen, alsmede tegen de responslast en de daarmee samenhangende kosten voor de geënquêteerden.
3.
De Commissie dient initiatieven in waarmee voor het Europees statistisch programma in zijn geheel of delen daarvan prioriteiten worden gesteld en de enquêtedruk wordt verminderd.
4.
De Commissie legt het ontwerp van Europees statistisch programma ter voorafgaand onderzoek voor aan het ESS-comité.
5.
Voor elk Europees statistisch programma stelt de Commissie, na raadpleging van het ESS-comité, een tussentijds voortgangsverslag en een eindverslag op en legt die voor aan het Europees Parlement en de Raad.