Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 2.6 (bevoegd gezag Minister van Infrastructuur en Waterstaat)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-09-2020, Stb. 2020, 400 (uitgifte: 28-10-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
03-07-2018, Stb. 2018, 293 (uitgifte: 31-08-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk en het exploiteren van een buisleiding met gevaarlijke stoffen, bedoeld in paragraaf 3.4.3, is Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat het bevoegd gezag:
- a.
waaraan een melding wordt gedaan;
- b.
dat een maatwerkvoorschrift kan stellen; of
- c.
dat beslist op een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen.
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is ook het bevoegd gezag voor een milieubelastende activiteit die geheel of in hoofdzaak wordt verricht:
- a.
in de territoriale zee die buiten een gemeente of provincie ligt;
- b.
in de exclusieve economische zone;
- c.
op een locatie als bedoeld in artikel 5.28, onder b, van het Besluit kwaliteit leefomgeving; of
- d.
op een militair terrein of een terrein met een militair object als bedoeld in artikel 5.150, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving.