Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Spaanse Staat
Artikel 1 [Begripsomschrijvingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1974
- Bronpublicatie:
05-02-1974, Trb. 1974, 80 (uitgifte: 06-06-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-1974, Trb. 1974, 210 (uitgifte: 01-01-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
Voor de toepassing van dit Verdrag:
- a)
wordt onder ‘grondgebied’ verstaan:
van Nederlandse zijde: het grondgebied in Europa;
van Spaanse zijde: de provincies op het schiereiland, de Balearen, de Kanarische eilanden en de Spaanse provincies in Noord-Afrika;
- b)
worden onder ‘wetgeving’ of ‘wettelijke regeling’ verstaan de bestaande en toekomstige wetten, reglementen en statutaire bepalingen met betrekking tot de in het eerste lid van artikel 2 bedoelde regelingen en takken van sociale zekerheid;
- c)
wordt onder ‘bevoegde autoriteiten’ verstaan:
van Nederlandse zijde: de Minister van Sociale Zaken; inzake verstrekkingen van de ziekteverzekering: de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
van Spaanse zijde: de Minister van Arbeid;
- d)
wordt onder ‘woonplaats’ verstaan de normale verblijfplaats;
- e)
wordt onder ‘verblijfplaats’ verstaan de tijdelijke verblijfplaats;
- f)
wordt onder ‘bevoegd orgaan’ verstaan het orgaan, waarbij de verzekerde is aangesloten op het tijdstip, waarop hij om een prestatie verzoekt, of het orgaan, tegenover hetwelk hij recht op prestaties heeft of zou hebben, indien hij woonde op het grondgebied van de Verdragsluitende Partij, waar dit orgaan zich bevindt;
- g)
wordt onder ‘orgaan van de woonplaats’ verstaan het orgaan, dat bevoegd is de betreffende prestaties te verlenen ter plaatse waar de belanghebbende woont, volgens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij welke door dat orgaan wordt uitgevoerd of, indien een dergelijk orgaan niet bestaat, het door de bevoegde autoriteit van de betrokken Verdragsluitende Partij aangewezen orgaan;
- h)
wordt onder ‘orgaan van de verblijfplaats’ verstaan het orgaan, dat bevoegd is de betreffende prestaties te verlenen ter plaatse waar de belanghebbende verblijft, volgens de wetgeving van de Verdragsluitende Partij welke door dat orgaan wordt uitgevoerd of, indien een dergelijk orgaan niet bestaat, het orgaan, dat door de bevoegde autoriteit van de betrokken Verdragsluitende Partij is aangewezen;
- i)
worden onder ‘gezinsleden’ verstaan de personen, die als zodanig worden aangemerkt of erkend door de wetgeving van de Verdragsluitende Partij op het grondgebied waarvan zij wonen; indien echter deze wetgeving uitsluitend als gezinsleden beschouwt personen, die bij de belanghebbende inwonen, wordt aan deze voorwaarde geacht te zijn voldaan, wanneer deze personen in hoofdzaak ten laste van de belanghebbende komen;
- j)
worden onder ‘nagelaten betrekkingen’ verstaan de personen, die in de wettelijke regeling krachtens welke de prestaties worden verleend als zodanig worden aangemerkt of erkend;
- k)
worden onder ‘tijdvakken van verzekering’ verstaan de tijdvakken van premiebetaling, van arbeid als loontrekkende of zelfstandige of van wonen, welke als tijdvakken van verzekering worden omschreven of aangemerkt in de wettelijke regeling, waaronder zij zijn vervuld of geacht worden te zijn vervuld, alsmede alle met deze tijdvakken gelijkgestelde tijdvakken, voor zover zij door die wettelijke regeling als gelijkwaardig met tijdvakken van verzekering worden erkend;
- l)
worden onder ‘uitkeringen’, ‘pensioenen’ of ‘renten’ verstaan alle uitkeringen, pensioenen, renten, met inbegrip van alle bedragen ten laste van de openbare middelen, de verhogingen in verband met aanpassing aan het loon- of prijsniveau, of de aanvullende uitkeringen, alsmede de als afkoopsom uitgekeerde bedragen, welke in de plaats kunnen treden van de pensioenen of renten;
- m)
wordt onder ‘werknemer’ verstaan een loontrekkende of een zelfstandige, alsmede iedere persoon, die volgens de van toepassing zijnde wetgeving met een loontrekkende gelijkgesteld is;
- n)
wordt onder ‘uitkering bij overlijden’ verstaan elk bedrag dat in geval van overlijden ineens wordt uitgekeerd.