Einde inhoudsopgave
Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25998 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22003229)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Een producent legt uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar de meetrapporten die betrekking hebben op dat jaar over de minister.
2.
In afwijking van het eerste lid legt een producent die:
- a.
een afvalverbrandingsinstallatie in stand houdt het meetrapport uiterlijk twee maanden na afloop van het kwartaal waarvan de kalendermaand waar het meetrapport betrekking op heeft over aan de minister;
- b.
een productie-installatie voor thermische energie uit hernieuwbare bronnen groter dan 3 MWth of een HR-WKK-installatie in stand houdt het meetrapport uiterlijk twee maanden na afloop van de kalendermaand waar het meetrapport betrekking op heeft over aan de minister.
3.
Indien in een productie-installatie naar zijn aard zuiver biogas wordt verwerkt en de producent subsidie ontvangt op grond van artikel 2 van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie, rapporteert de producent gelijktijdig met de overlegging van het meetrapport over de ingezette biomassa.
4.
Indien in een productie-installatie biomassa of overige brandstoffen worden verwerkt, verklaart de producent gelijktijdig met het overleggen van het meetbericht, bedoeld in artikel 5, welk gewogen percentage van de door zijn productie-installatie in de desbetreffende kalendermaand of het desbetreffende kalenderjaar opgewekte totale hoeveelheid energie uit hernieuwbare energiebronnen is opgewekt door middel van:
- a.
zuivere biomassa;
- b.
niet-zuivere biomassa, waarbij hij een onderscheid maakt in het biologisch afbreekbare en het niet biologisch afbreekbare gedeelte;
- c.
overige brandstoffen.
5.
Indien in een productie-installatie biomassa wordt verwerkt, kan de producent gelijktijdig met de overlegging van het meetrapport een verklaring overleggen waaruit de norm blijkt conform welke de ingezette biomassa is gecertificeerd en welke certificeerder het certificaat heeft verstrekt.