Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Bron iwtr.: eur-lex.europa.eu.
- Bronpublicatie:
25-10-2005, PbEU 2006, L 198 (uitgifte: 20-07-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-2005, PbEU 2006, L 198 (uitgifte: 20-07-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Energierecht (V)
Voor de toepassing van artikel 2 omvatten de activiteiten van de energiegemeenschap:
- a)
de uitvoering door de verdragsluitende partijen van het acquis communautaire op het gebied van energie, milieu, mededinging en hernieuwbare energie, zoals beschreven in titel II, aangepast aan het institutionele kader van de energiegemeenschap en aan de specifieke situatie van elk van de verdragsluitende partijen (hierna ‘de uitbreiding van het acquis communautaire’ genoemd), zoals nader beschreven in titel II;
- b)
de totstandbrenging van een specifiek regelgevingskader met het oog op de efficiënte werking van de markten voor netenergie op het grondgebied van alle verdragsluitende partijen en een deel van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de oprichting van een gemeenschappelijk mechanisme voor de grensoverschrijdende transmissie en/of het grensoverschrijdende transport van netenergie en het toezicht op unilaterale vrijwaringsmaatregelen (hierna ‘het mechanisme voor de werking van de netenergiemarkten’ genoemd), zoals nader beschreven in titel III;
- c)
de totstandbrenging van een netenergiemarkt zonder binnengrenzen ten behoeve van de partijen, waaronder de coordinatie van de onderlinge bijstand bij ernstige verstoringen van de energienetten of bij externe stoornissen, en eventueel ook de vaststelling van een gemeenschappelijk buitenlands beleid inzake de handel in energie (hierna ‘de oprichting van een interne markt voor energie’ genoemd), zoals nader beschreven in titel IV.