Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/24/EU plaatsen van overheidsopdrachten en intrekking Richtlijn 2004/18/EU
Artikel 83 Handhaving
Geldend
Geldend vanaf 17-04-2014
- Bronpublicatie:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/24/EU)
- Inwerkingtreding
17-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-02-2014, PbEU 2014, L 94 (uitgifte: 28-03-2014, regelingnummer: 2014/24/EU)
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Europees aanbestedingsrecht
Aanbestedingsrecht / Overheidsopdrachten
1.
Met het oog op een correcte en efficiënte uitvoering zien de lidstaten erop toe dat ten minste de in dit artikel genoemde taken worden verricht door één of meer autoriteiten, instanties of structuren. Zij stellen de Commissie in kennis van alle autoriteiten, instanties of structuren die bevoegd zijn voor deze taken.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat de toepassing van de regels voor overheidsopdrachten wordt gecontroleerd.
Wanneer toezichthoudende autoriteiten of structuren op eigen initiatief of na ontvangst van informatie specifieke schendingen of systemische problemen vaststellen, zijn zij bevoegd die problemen te signaleren aan de nationale auditautoriteiten, rechterlijke instanties of andere bevoegde autoriteiten of structuren, zoals de Ombudsman, de nationale parlementen of hun commissies.
3.
De resultaten van de monitoringactiviteiten op grond van lid 2 worden aan het publiek beschikbaar gesteld door middel van passende informatiemiddelen. Deze resultaten worden ook de Commissie ter beschikking gesteld. Deze kunnen bijvoorbeeld geïntegreerd worden in de in de tweede alinea van dit lid bedoelde toezichtrapporten.
De lidstaten dienen uiterlijk op 18 april 2017 en vervolgens elke drie jaar bij de Commissie een toezichtrapport in met, indien van toepassing, informatie over de meest voorkomende factoren die tot verkeerde toepassing of rechtsonzekerheid leiden, met inbegrip van mogelijke structurele of terugkerende problemen bij de toepassing van de regels, de mate van mkb-deelname aan overheidsopdrachten, en de preventie, opsporing en adequate melding van gevallen van aanbestedingsfraude, corruptie, belangenverstrengeling, en andere ernstige onregelmatigheden.
De Commissie kan de lidstaten ten hoogste om de drie jaar verzoeken informatie te verstrekken over de praktische uitvoering van het nationale strategische beleid inzake overheidsopdrachten.
Voor de toepassing van dit lid en lid 5 van dit artikel geldt voor ‘mkb’ de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen in Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (39).
Op basis van de uit hoofde van dit lid ontvangen gegevens brengt de Commissie regelmatig een verslag uit over de tenuitvoerlegging van en de beste praktijken inzake nationaal beleid met betrekking tot overheidsopdrachten in de interne markt.
4.
De lidstaten dragen er zorg voor dat:
- a)
informatie over en richtsnoeren voor de uitleg en toepassing van de wetgeving van de Unie inzake het plaatsen van overheidsopdrachten gratis beschikbaar zijn, teneinde de aanbestedende diensten en ondernemers, met name mkb's, te helpen bij de correcte toepassing van de voorschriften van de Unie inzake plaatsen van overheidsopdrachten, en
- b)
ondersteuning ter beschikking staat van de aanbestedende diensten met het oog op de planning en de uitvoering van aanbestedingsprocedures.
5.
De lidstaten stellen, onverminderd de algemene procedures en werkmethoden die door de Commissie voor haar communicatie en contacten met de lidstaten zijn vastgesteld, een aanspreekpunt in voor de samenwerking met de Commissie wat betreft de toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.
6.
De aanbestedende diensten houden, tenminste gedurende de looptijd van de opdracht, kopieën bij van alle gesloten overeenkomsten met een waarde van ten minste:
- a)
1 000 000 EUR voor opdrachten voor leveringen of diensten;
- b)
10 000 000 EUR voor opdrachten voor werken.
De aanbestedende diensten verlenen toegang tot deze opdrachten; de toegang tot specifieke documenten of specifieke informatie kan echter worden geweigerd voor zover en onder de voorwaarden bepaald in het toepasselijke Unierecht of de toepasselijke nationale voorschriften inzake toegang tot documenten en gegevensbescherming.
Voetnoten
Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).